Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het procesverloop in hoger beroep
2.De vaststaande feiten en de kern van dit arrest
3.Bespreking van de argumenten van partijen in hoger beroep
- € 313 aan griffierecht
(3 punten tarief III)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om de aansprakelijkheid van een aannemer voor schade die is ontstaan door een onjuiste uitvoering van renovatiewerk aan een galerijflat. De appellant, handelend onder de naam [naam1], had de aanneming van het werk op zich genomen en had een zzp-er, [geïntimeerde], opdracht gegeven om het werk uit te voeren. De appellant houdt de [geïntimeerde] aansprakelijk voor schade van € 22.297,96 exclusief btw, terwijl de [geïntimeerde] op zijn beurt een vordering heeft ingediend voor niet-betaalde werkuren van € 3.248 exclusief btw.
De kantonrechter heeft in eerste aanleg de appellant veroordeeld om de bedragen die [geïntimeerde] in rekening heeft gebracht te betalen, maar de vordering van de appellant tot schadevergoeding is afgewezen. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld en komt tot dezelfde conclusie als de kantonrechter, maar met een andere redenering. Het hof oordeelt dat de [geïntimeerde] niet aansprakelijk is, omdat niet is gebleken dat hij in verzuim is geraakt. De appellant heeft niet voldoende bewijs geleverd dat de [geïntimeerde] de hem gegeven instructies heeft genegeerd.
Het hof concludeert dat de appellant niet in staat heeft gesteld om het werk deugdelijk uit te voeren en bevestigt de beslissing van de kantonrechter. De appellant wordt ook veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die door het hof zijn begroot op € 4.639. Dit arrest is uitgesproken op 21 juni 2022.