Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidPark Accountants Belastingadviseurs B.V.,gevestigd te Amsterdam,
[geïntimeerde2] ,wonende te [woonplaats2] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar deze zaak over gaat, de beslissingen van de rechtbank en de grieven
“Verdeling rendement tranactie buy and sell van Bonds (zie aanbieding Castrum Finacial Servieces SA opgenomen in bijlage)”ondertekend [4] . Dit heeft betrekking op de geldlening van [appellant] en voorziet in uitkeringen voor [geïntimeerde2] van € 25.000 op rekening van zijn vennootschap Lutchi SA en van € 275.000 en € 50.000, beide op bankrekeningen van [geïntimeerde2] zelf. Behalve een rentebetaling van € 17.500 heeft [appellant] niets terugontvangen. Castrum biedt geen verhaal, [naam2] Holding B.V. is in staat van faillissement verklaard en [naam1] is eveneens gefailleerd, welk faillissement [5] is opgeheven bij gebrek aan baten.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
het miljoen” van [appellant] gegarandeerd zou worden terugbetaald en meegedeeld dat het risico was afgedekt bij Lloyds in Londen. Per e-mail van 18 maart 2014 [10] heeft ( [geïntimeerde2] van) Park toen aan [naam1] , cc aan [appellant] , onder meer bericht:
“ [e-mail] .nu”aan [naam1] , met afschrift aan ( [geïntimeerde2] van) Park het volgende bericht:
“concrete fianciele gevolgen voortvloeiende uit dit contract voor SA [geïntimeerde2] / [naam5] Afspraak ter zake opzet en begeleiding fiscale en juridische structuur [geïntimeerde2] / [naam5] ”.
“6. In december 2013, naar mij bijstaat, hebben [geïntimeerde2] en ik vervolgens opnieuw met [naam1] gesproken over de investering die de genoemde ondernemer zou kunnen doen. Daarbij kwam aan de orde dat die persoon een miljoen ter beschikking had dat hij wilde
“6. Toen [naam5] en [geïntimeerde2] de heer [appellant] aanbrachten als investeerder, sprak ik namens
“Verdeling rendement tranactie buy and sell van Bonds (zie aanbieding Castrum Finacial Servieces SA opgenomen in bijlage)” [17] . Dit heeft betrekking op de geldlening van [appellant] en voorziet in uitkeringen voor [geïntimeerde2] van € 25.000 op rekening van zijn vennootschap Lutchi SA en van € 275.000 en € 50.000, beide op bankrekeningen van [geïntimeerde2] zelf.
“fee”:
“fee”is gevallen, maar niet uiteengezet wat [naam3] aan [geïntimeerde2] dan wel zou hebben gezegd of wat [geïntimeerde2] dan wel zou hebben verstaan. Aan hen kan worden toegegeven dat [naam3] naar aanleiding van het hem voorgelegde transcript per e-mails van 30 november 2020 [21] heeft bericht dat hij bleef bij de eerder door hem afgeleide getuigenverklaringen en verder:
“Wat ik niet wil is dat ik wordt uitgespeeld. Ik verklaart wat ik heb verklaart en zou graag de transcriptie daarvan lezen opdat er geen spelletje kan worden gespeelt met woorden e.d.”Maar over het telefoongesprek is [naam3] (nog) niet als getuige gehoord, zodat aan deze e-mails vooralsnog niet al te veel betekenis toekomt.
“ter nakoming waarvan het te lenen geld van [appellant] zou worden gebruikt, wat [geïntimeerde2] wist of moest begrijpen”. Deze passage behoeft echter niet te worden bewezen wil er sprake zijn van de verweten normschending.
4.De slotsom
5.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zullen opgeven op de
roldatum 12 juli 2022, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;