Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
(…) Hiermede stel ik je voor dat je 100.000 aandelen De Vries Robbé Groep te kopen voor € 2,00 per stuk met een koersgarantie voor 18 maanden.
Zoals besproken bevestig ik u hierbij dat ik zal deelnemen in het project Stichting Vrienden RT Company voor een bedrag van EUR 200.000,00, e.e.a. tegen de navolgende voorwaarden:
(…) Met veel genoegen willen wij u hierbij laten weten dat [geïntimeerde] van de Steeg besloten heeft deel te nemen in mijn Stichting Vrienden RTC. Met zijn hart voor weeskinderen heeft hij daarom ook besloten dat als de koers van de aandelen boven een bepaald bedrag komt hij het meerdere bij verkoop zal doneren aan de Stichting [appellante] .
N.a.v. van ons gesprek bevestig ik hierbij akkoord te gaan met de overdracht/verkoop van mijn optierecht aandelen RTC aan de door mij gehouden vennootschappen. Dit is zoals jij aangaf altijd de bedoeling geweest, dit betekent dus dat de uiteindelijke netto opbrengst voor mij, mijn vennootschappen en [appellante] pas bepaald kan worden bij verkoop (na conversie) op de beurs.
(…) in aanmerking nemende dat;
aandelen in het kapitaal van RT Company, die Stichting Vrienden zal verkrijgen door de conversie van de Converteerbare Lening, hierna te noemen de "Aandelen";
onder de Lening op Stichting Vrienden te vorderen heeft is groot[€ 200.000,00 respectievelijk € 149.990,00 hof]
(…).
reverse stock splitdoen plaatsvinden waarbij voor 50 oude aandelen één nieuw aandeel werd uitgegeven.
“
Onder verwijzing naar ons telefonisch onderhoud van heden morgen, bevestig ik u hierbij dat op 27 maart jl. door de Stichting Vrienden RT Company een opdracht tot deeluitlevering is gezonden aan de Kasbank te Amsterdam, waarbij respectievelijk 322.800 en 242.084 derhalve totaal 564.884 gewone aandelen[het vervolg van deze zin ontbreekt, hof]
.
4.Geschil en beslissing in eerste aanleg
5.Beoordeling in hoger beroep
eiswijziging
Parl. Gesch. BW Inv. Boek 3, p. 1412). Gesteld noch gebleken is dat [appellante] in de periode 2005-2010 periodiek heeft geïnformeerd naar de stand van zaken rond de aandelen RTC. [appellante] wijst op e-mailcorrespondentie uit november 2009 (prod. 13 mvg) waaruit kan worden opgemaakt dat [geïntimeerde] is verzocht te melden “
indien er rendement wordt behaald”, maar meer is er niet.
vervreemding/verkoop van de door mij[ [geïntimeerde] , hof]
gehouden aandelen”. Daarbij komt dat de beide overeenkomsten tussen [geïntimeerde] en zijn BV’s tot stand zijn gekomen op 6 augustus 2005, terwijl de desbetreffende aandelen RTC pas veel later, op 17 februari 2006 zijn uitgegeven. Ter zitting in hoger beroep heeft [appellante] ook erkend dat het scenario waar het in deze zaak over gaat, dat [geïntimeerde] ook tot schenking is gehouden bij verkoop/vervreemding van de aanspraak op de aandelen RTC, tussen partijen niet is besproken. Verder zijn er geen verklaringen of gedragingen van [geïntimeerde] op grond waarvan [appellante] mocht menen dat de overeenkomsten van 6 augustus 2005 met de beide BV’s een vervreemding/verkoop van aandelen door [geïntimeerde] was, zoals bedoeld in de schenkingsovereenkomst. De stelling van [appellante] ter zitting, dat normaliter onder vervreemding/verkoop van aandelen ook vervreemding/verkoop van het recht op aandelen moet worden begrepen, althans dat dat gebruikelijk is, is in het geheel niet onderbouwd en wordt daarom verworpen.
onderde schenkingsdrempel van 200% (vgl. verweerschrift onder 4 en mva 13).
- aan griffierecht: € 1.727,00
- voor salaris advocaat: € 11.410,00 (2 punten tegen appeltarief VIII)