Uitspraak
1.Railinfratrust B.V.,
Railinfra,
ProRail,
ProRail c.s.,
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een kort geding waarin ProRail B.V. en Railinfratrust B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als ProRail c.s.) vorderen dat [geïntimeerde] de door hem in gebruik genomen percelen, gelegen bij het treinstation van Weesp, ontruimt. De percelen zijn eigendom van Railinfra en zijn in concessie gegeven aan ProRail. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland had eerder de vorderingen van ProRail c.s. afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk was gemaakt dat [geïntimeerde] geen toegang tot het terrein verleent en dat zijn gebruik een potentieel gevaar oplevert.
In hoger beroep heeft het hof de procedure beoordeeld en vastgesteld dat ProRail c.s. een spoedeisend belang hebben bij de ontruiming, aangezien [geïntimeerde] inbreuk maakt op het eigendomsrecht van Railinfra en de toegang tot het terrein belemmert. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de vorderingen van ProRail c.s. grotendeels toegewezen. [geïntimeerde] is veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het arrest de percelen leeg en ontruimd aan ProRail c.s. op te leveren, op straffe van een dwangsom. Tevens is [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.
Het hof heeft geoordeeld dat de medegebruiksovereenkomst die aan [geïntimeerde] was aangeboden, niet bedoeld was om hem het uitsluitend gebruik van het terrein te geven, en dat zijn gebruik van het terrein zonder toestemming van ProRail niet rechtmatig is. De vordering tot ontruiming is toegewezen, en het hof heeft de voorwaarden voor de ontruiming en de proceskosten vastgesteld.