Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Stichting [verzoekster] tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker, [verweerder], recht heeft op schadevergoeding van € 150,- wegens het niet op schrift stellen van een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg. De zaak betreft de toepassing van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de rechtspositie van [verweerder], die zich niet kon vinden in de hem opgelegde zorgmachtiging. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de klacht van [verweerder] gegrond was, maar [verzoekster] is in hoger beroep gegaan tegen de schadevergoeding. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek tot schadevergoeding afgewezen, omdat onvoldoende is komen vast te staan dat de schade verband houdt met de normschending. Het hof oordeelt dat [verweerder] op de hoogte was van de zorgmachtiging en dat de kern van zijn klacht niet ligt in de normschending, maar in de gehele opname en de wijze waarop deze werd uitgevoerd. De beslissing van het hof houdt in dat de kosten van de procedure in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.