ECLI:NL:GHARL:2022:4104
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in ontnemingszaak met betrekking tot wederrechtelijk verkregen voordeel
Op 24 mei 2022 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in de ontnemingszaak met parketnummer 21-002377-21 het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 12 mei 2021 bevestigd. De zaak betreft de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een verdachte die is veroordeeld voor het als medepleger beschikbaar stellen en verhandelen van miljarden inloggegevens en gewoontewitwassen. De rechtbank had het wederrechtelijk voordeel geschat op € 109.570,47, een bedrag dat de verdachte moest betalen. Het hof oordeelde dat het rapport over de berekening van het wederrechtelijk voordeel door de politie voldoende gemotiveerd was en dat de verdediging dit niet adequaat had betwist. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en voegde enkele gronden toe aan de overwegingen. De verdediging had aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte was uitgegaan van het rapport, maar het hof oordeelde dat de politie aannemelijke herkomsten van de geldbedragen had geschetst. Het hof concludeerde dat de rechtbank op juiste wijze had beslist en dat de vordering tot ontneming terecht was toegewezen. De beslissing van de rechtbank werd met aanvulling van gronden bevestigd.