ECLI:NL:GHARL:2022:3961
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- H.L. Wattel
- M.S.A. van Dam
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid hoger beroep en compensatie van proceskosten in een kort geding tussen ex-echtgenoten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding. De appellante, aangeduid als de vrouw, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland, maar heeft geen memorie van grieven ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw in de dagvaarding geen gronden voor het hoger beroep heeft aangevoerd, waardoor haar vordering niet aan de wettelijke eisen voldeed. Het hof heeft de vrouw dan ook niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep.
De man, aangeduid als de geïntimeerde, heeft verzocht om de vrouw in de proceskosten te veroordelen, omdat hij meende dat het hoger beroep nodeloos was ingesteld. De vrouw heeft echter verzocht om compensatie van de proceskosten. Het hof heeft overwogen dat in procedures tussen ex-echtgenoten vaak de proceskosten worden gecompenseerd, maar dat dit niet verplicht is. Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake was van evident nodeloos in rechte betrekken van de wederpartij en heeft daarom besloten dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
De beslissing van het hof houdt in dat de vrouw niet-ontvankelijk is verklaard in haar hoger beroep en dat de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij het hof de redelijkheid en billijkheid in overweging heeft genomen, gezien de persoonlijke en emotionele context van de zaak.