Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
SPGPrints B.V.,
Print I B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
your most important one) and that does fit in your printing scope for the future print machine . (…) provide me the tracking number, so I can coordinate receipt of substrates and the planning of the print job. (…) To make sure that we print the right job on the right substrate (…)”
factory acceptance test(hierna: FAT) op 23 augustus 2016 op locatie van SPG.
site acceptance test(hierna: SAT) ondersteunen dat het de partijbedoeling was dat DuraMark de printer met SPG-inkt op DuraMark-substraat kon gebruiken. In de koopovereenkomst is vastgelegd dat voor acceptatie door DuraMark de printer moet voldoen aan de FAT en de SAT. Voor de stelling van SPG dat de koopovereenkomst zo moet worden uitgelegd dat deze tests op SPG-substraat worden uitgevoerd, dat na acceptatie dus sprake is van conformiteit van de printer en dat op grond van de koopovereenkomst niet is vereist dat een deugdelijke printkwaliteit wordt gerealiseerd met SPG-inkt op DuraMark-substraat, ziet het hof onvoldoende aanknopingspunten gelet op het volgende.
visit reportvan 10 december 2016 (productie 50 SPG) blijkt dat sprake is van diverse problemen, waaronder de kwaliteit van verschillende inktkleuren. In een e-mail van 11 december 2016 (productie 8) geeft DuraMark aan de SAT niet te willen aftekenen, vanwege de vele problemen die zich voordoen en met name de printkwaliteit. In de daarop volgende maanden vinden vele bezoeken van SPG aan DuraMark plaats om de problemen op te lossen, een en ander telkens vastgelegd in
visit reports. Op verzoek van SPG tekent DuraMark op 14 augustus 2017 (productie 10) de SAT onder vermelding van de toen nog bestaande problemen, waaronder de inkt-problemen. Ook uit de e-mail van 19 oktober 2017 (over de tweede printer, het hof komt hierop nog terug; productie 26 DuraMark) volgt dat SPG ervan uit gaat dat de printer moet werken op DuraMark-substraat. Dit volgt uit de opmerking van SPG: “We must be sure that the DSI will run smooth with your material (…)”.
visit reportsvan SPG niet voldoende dat SPG deze omstandigheden ooit eerder als een serieuze oorzaak van de problemen heeft aangemerkt en dat zij DuraMark hierop heeft aangesproken. SPG heeft daarmee onvoldoende gesteld om aan bewijslevering toe te kunnen komen.
visit reportsvan 2017 en één uit 2018. Hieruit volgt echter niet dat sprake zou kunnen zijn van een productie(snelheid) – en een printkwaliteit – die op grond van de overeenkomst verwacht mocht worden, hetgeen DuraMark ook voortdurend in haar e-mails aan SPG heeft benadrukt. Bovendien ontbreekt een toelichting hoe deze stelling zich verhoudt met de eigen constatering van SPG in haar e-mail van 5 oktober 2018 dat zij geen oplossing weet voor het niet deugdelijk printen met SPG-inkt op DuraMark-substraat.
visit reportsvolgt dat SPG meer dan 60 dagen bij DuraMark met de printer bezig is geweest en dat tijdens deze bezoeken een hele rol substraat op één middag kon worden verbruikt. Van gebruik voor eigen productie is geen sprake.
visit reportsvolgende – aantallen meters die op één middag werden geprint. Het hof zal post a) toewijzen en post b) voor een bedrag van USD 2.800.
visit reports, dat de 32 rollen louter zijn gebruikt voor het testen, en voert aan dat ze ook zijn gebruikt voor het commerciële productieproces van DuraMark. Bovendien is tijdens het testen vooral getest met SPG-substraat, aldus SPG.
visit reportsvolgt dat op de dagen dat SPG bij DuraMark aanwezig was om testen uit te voeren er door personeel van DuraMark ook wel momenten zijn geweest waarbij geprint werd in het kader van het productieproces van DuraMark. Uit de
visit reportskan echter in onvoldoende mate worden afgeleid hoeveel van de gebruikte 32 rollen daarvoor zijn gebruikt. Dat het zou gaan om een substantiële hoeveelheid volgt daaruit in ieder geval niet en ligt ook niet in de rede als SPG aanwezig is om te testen.