I. SPGPrints en Print I hoofdelijk veroordeelt om binnen 10 dagen na de datum van het vonnis aan DuraMark een bedrag te betalen van USD 752.620,80, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, vanaf de datum van de procesinleiding tot aan de dag der algehele betaling;
II. bij toewijzing van het onder I. gevorderde bedrag, SPGPrints en Print I hoofdelijk veroordeelt om binnen 30 dagen na de datum van dit vonnis de printer op eigen kosten te demonteren, verwijderen en afvoeren, op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 20.000,00 per dag of deel van een dag dat SPGPrints of Print I deze veroordeling niet nakomt;
III. voor recht verklaart dat SPGPrints en Print I hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de alle door DuraMark en/of NELC geleden en nog te lijden schade die verband houdt met en/of voortvloeit uit het gebrek aan de printer;
IV. SPGPrints en Print I hoofdelijk veroordeelt om aan DuraMark een bedrag te betalen van USD 108.747,00, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, vanaf de datum van de procesinleiding tot aan de dag der algehele betaling;
V. SPGPrints en Print I hoofdelijk veroordeelt om aan DuraMark een bedrag te betalen van USD 37.631,04, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, vanaf de datum van de procesinleiding tot aan de dag der algehele betaling;
VI. SPGPrints en Print I hoofdelijk veroordeelt om aan DuraMark een bedrag te betalen van € 5.750,24 te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, vanaf de datum van de procesinleiding tot aan de dag der algehele betaling;
VII. SPGPrints en Print I hoofdelijk veroordeelt in eventuele beslagkosten en de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis;
VIII. SPGPrints en Print I hoofdelijk veroordeelt in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.