In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van een ondertoezichtstelling van minderjarigen. De gecertificeerde instelling (GI) Stichting Samen Veilig Midden-Nederland had verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige [de minderjarige2] te verlengen, maar de kinderrechter had dit verzoek afgewezen. De vader van de kinderen was in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing, maar het hof heeft geoordeeld dat de GI en de vader niet-ontvankelijk zijn in hun verzoeken. De kinderrechter had eerder de ondertoezichtstelling van [de minderjarige3] verlengd, maar de ondertoezichtstelling van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] was niet verlengd, waardoor deze van rechtswege eindigde. Het hof heeft vastgesteld dat het niet mogelijk is om met terugwerkende kracht een ondertoezichtstelling te verlengen. Bovendien heeft het hof geoordeeld dat er geen rechtmatigheidstoetsing hoeft plaats te vinden, omdat er geen sprake meer is van een overheidsinbreuk op het gezinsleven van de vader, nu de ondertoezichtstelling niet is verlengd. De beslissing van het hof houdt in dat de GI en de vader niet-ontvankelijk worden verklaard in hun verzoeken in hoger beroep en dat het meer of anders verzochte wordt afgewezen.