ECLI:NL:GHARL:2022:3302

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 april 2022
Publicatiedatum
26 april 2022
Zaaknummer
200.299.899/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zaakwaarneming en vergoeding van kosten bij berging van gestolen auto

In deze zaak heeft AXA Versicherungen AG hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter, waarin Bergnet B.V. werd veroordeeld tot afgifte van een gestolen auto en AXA tot betaling van bergings- en stallingskosten. De auto, een Audi A4, was op 11 mei 2018 gestolen en op 29 september 2019 door Bergnet veiliggesteld na een melding van de politie. AXA, die de eigenaar van de auto was geworden na schadevergoeding aan de verzekeringneemster, weigerde de kosten van Bergnet te vergoeden. Het hof oordeelde dat Bergnet als zaakwaarnemer had gehandeld en dat AXA gehouden was de kosten te vergoeden. Het hof bevestigde dat er geen juridische opdracht was tussen AXA en Bergnet, maar dat Bergnet wel degelijk de belangen van AXA behartigde. De grieven van AXA werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij AXA werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.299.899/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 8657807)
arrest van 26 april 2022
in de zaak van
AXA Versicherungen AG,
gevestigd te Keulen,
appellante,
bij de rechtbank: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna:
AXA,
advocaat: mr. M. van Sintmaartensdijk, die kantoor houdt te Maastricht,
tegen
Bergnet B.V.,
gevestigd te Blaricum,
geïntimeerde,
bij de rechtbank: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,
hierna:
Bergnet,
advocaat: mr. A.H. Klein Hofmeijer, die kantoor houdt te Rotterdam.

1.De procedure bij de kantonrechter

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 16 juni 2021 dat de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, (hierna: de kantonrechter) heeft gewezen.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep van 6 augustus 2021,
- het herstelexploot van 31 augustus 2021,
- de memorie van grieven (met productie),
- de memorie van antwoord.
2.2
Vervolgens heeft AXA de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3.Ontvankelijkheid

3.1
Bergnet heeft voor alle verweren aangevoerd dat AXA niet-ontvankelijk is in haar vordering in hoger beroep. Het hof volgt het verweer van Bergnet op dit punt niet.
3.2
AXA heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter van 16 juni 2021. AXA heeft in het exploot van dagvaarding van 6 augustus 2021 het adres van de zittingsplaats waar de zaak moet worden behandeld onjuist weergegeven. Deze fout, die in beginsel tot nietigheid leidt (vergelijk artikel 111 lid 2 juncto artikel 120 Rv), heeft zij bij herstelexploot van 31 augustus 2021 hersteld. Nu het vonnis waartegen AXA in beroep komt op 16 juni 2021 is gewezen, heeft AXA tijdig, want ruim binnen de beroepstermijn van drie maanden, hoger beroep ingesteld. Van schending van artikel 114 juncto 119 Rv is geen sprake omdat AXA in haar herstelexploot overeenkomstig artikel 120 lid 3 RV een nieuwe roldatum van 21 september 2021 heeft aangezegd en niet, zoals Bergnet stelt, daarin de datum van 7 september 2021 heeft aangehouden. AXA heeft dus ook de minimale dagvaardingstermijn in acht genomen. AXA kan dan ook in hoger beroep in haar vordering worden ontvangen.

4.Waar gaat de zaak over?

4.1
AXA vordert afgifte door Bergnet, een bergingsbedrijf, van een gestolen auto. Bergnet wil de auto alleen afgeven als haar bergings- en stallingskosten door AXA worden vergoed. Dat weigert AXA.
4.2
Dit geschil heeft de volgende achtergrond.

5.De feiten

5.1
De Stichting Incident Management Nederland (hierna: SIMN) is opgericht door de alarmcentrales in Nederland om verzekeraars en wegbeheerders te ondersteunen bij de afhandeling van incidenten op de Nederlandse hoofdwegen. De meldkamer van SIMN is het Landelijk Centraal Meldpunt (LCM). Buitenlandse, verlaten dan wel gestolen auto’s die door de politie worden aangetroffen, worden door de politie gemeld bij het LCM. Voor niet in Nederland verzekerde auto’s neemt het LCM contact op met een berger in het rayon waar de betreffende auto is aangetroffen. De berger heeft de keuze om een dergelijke melding al dan niet op te pakken. Bergnet is een dergelijke berger van voertuigen die door middel van aanbesteding een aantal rayons gegund heeft gekregen.
5.2
Op 11 mei 2018 is een Audi A4 met een Duits kenteken [kenteken] (hierna: de auto) gestolen van mevrouw [de verzekeringsneemster] . [de verzekeringsneemster] (hierna: de verzekeringneemster) had haar auto tegen diefstal verzekerd bij AXA. AXA heeft haar schadeloos gesteld voor € 8.000,-. AXA is daardoor overeenkomstig de polisvoorwaarden en het toepasselijke Duitse recht eigenaar geworden van de gestolen auto.
5.3
Op 29 september 2019 heeft het LCM een melding ontvangen van de politie dat een passant op de Heliumweg in Amersfoort een verlaten auto had aangetroffen. De Heliumweg in Amersfoort maakt deel uit van een openbaar toegankelijk bedrijventerrein. De politie, waarvoor duidelijk was dat het om een gestolen auto ging met een Duits kenteken, heeft aan het LCM verzocht deze gestolen auto veilig te stellen. Het LCM heeft de melding doorgegeven aan Bergnet met het verzoek de auto te bergen en te stallen. In het verzoek staat onder meer geschreven:
‘Hierbij ontvangt u bevestiging van de opdracht voor de berging van onderstaand voertuig.
(…)
De kosten voor bovengenoemde berging zijn niet gedekt bij een Nederlandse verzekering. Deze kosten kunt u ook niet verhalen bij het LCM, maar rechtstreeks bij de eigenaar van het voertuig.
In geval van politieberging kunt u de kosten rechtstreeks bij de politie indienen.’
5.4
Bergnet heeft op 29 september 2019 de auto opgehaald en gestald op haar locatie de Stuwdam in Amersfoort.
5.5
Op 24 april 2020 heeft AXA vernomen dat de auto is gestald bij Bergnet. Zij heeft Bergnet door tussenkomst van TracTech-Data V.O.F. (hierna: TracTech-Data) laten weten de auto te willen (laten) ophalen.
5.6
Bergnet heeft in een e-mailbericht van 30 april 2020 het volgende aan AXA geschreven:
‘Kosten tot en met 30-04-2020:
Afsleepkosten: € 240,- incl btw
Stallingskosten:€ 3.034,68 incl btw (209 dagen x 14,52 incl btw).’
5.7
In een brief van 23 juni 2020 heeft de gemachtigde van AXA onder meer aan Bergnet geschreven:
‘AXA is eigenares van een Audi A4 met Duits kenteken [kenteken] . AXA wil de auto uiteraard als haar eigendom terug hebben maar uw bedrijf stelt blijkbaar als voorwaarde dat eerst de stallingskosten van zo’n € 5.000,- door AXA moeten worden voldaan.
Daar kan geen sprake van zijn.
U hebt de Audi blijkbaar niet op verzoek van de politie opgehaald en gestald maar op verzoek van LCM, die u in de vrachtbrief ook aanduidt als uw opdrachtgever. Daar hoort de rekening ook thuis.
Ik verzoek u mij omgaand te laten weten, dat AXA de auto kan komen ophalen (…) zonder kosten in rekening te brengen (…).’
5.8
Op 24 juni 2020 heeft Bergnet een bevestiging van de Nederlandse politie ontvangen dat de auto aan de heer [naam1] kan worden afgegeven. Eerder op die dag was dit door de Duitse politie bevestigd aan de Nederlandse politie.
5.9
Bergnet heeft op 1 juli 2020 geantwoord op de brief van 23 juni 2020 van de gemachtigde van AXA en onder meer geschreven:
‘(…) Bergnet heeft op 29/9/2019 om 12:30u opdracht gekregen om deze gestolen auto veilig te stellen. Deze opdracht is verstrekt door LCM (…) dat namens verzekeraars en politie de gecontracteerde berger per regio inschakelt bij schade en bij terug van diefstal. De opdracht zelf komt bij de regio politie uit Amersfoort vandaan. (…)
Wat vast staat is dan wij niet zelf het initiatief hebben genomen om deze auto veilig te stellen. Wel hebben wij veel tijd gestoken in het achterhalen van de eigenaar van de auto (wat niet onze taak is) om zodoende onnodige stallingsdagen te voorkomen.
Er ligt natuurlijk ook een taak bij een eigenaar om te achterhalen waar een auto is gebleven. Het kenteken van de auto was op 29-9-2019 al bekend bij de NL politie.
Dat alle kosten nu onnodig zijn opgelopen valt niet onder het risico van de berger. Deze zullen door de eigenaar moeten worden vergoed.
Axa (of een transporteur van AXA) is van harte welkom om de auto bij ons in Amersfoort op te halen.Voorafgaand dienen alle kosten bij ons te worden voldaan.(…)’
5.1
AXA heeft, toen bleek dat partijen niet tot elkaar kwamen, Bergnet gedagvaard voor de kantonrechter. In conventie heeft AXA gevorderd dat de auto aan haar wordt afgegeven onder vergoeding door Bergnet van de waardevermindering van de auto vanaf 2 juni 2020. In reconventie heeft Bergnet gevorderd AXA te veroordelen tot betaling van € 5.284,90 te vermeerderen met € 17,52 (inclusief btw) per dag vanaf 1 september 2020 als vergoeding voor de kosten die Bergnet uit hoofde van zaakwaarneming voor de auto heeft gemaakt. Bergnet heeft ook een beroep gedaan op een retentierecht op de auto totdat haar vordering is voldaan.
5.11
De kantonrechter heeft bij vonnis van 16 juni 2021 (hierna: het vonnis) in conventie Bergnet veroordeeld tot afgifte van de auto en in reconventie AXA veroordeeld tot betaling van € 5.284,90 met rente. Daarbij heeft de kantonrechter AXA ook veroordeeld te gehengen en te gedogen dat Bergnet het retentierecht op de auto uitoefent totdat AXA € 5.284,90 heeft voldaan. Verder heeft de kantonrechter AXA veroordeeld tot betaling van € 17,52 (inclusief btw) per dag vanaf 1 september 2020 tot de dag dat de auto aan AXA is afgegeven.
5.12
AXA heeft aan het vonnis voldaan door, zoals zij met Bergnet is overeengekomen, € 11.010,46 te deponeren op de derdengeldrekening van haar advocaat. Op 25 oktober 2021 is de auto op verzoek en op kosten van AXA door Bergnet vervoerd naar het Bureau Investigation & Recovery Service.

6.Het geschil in hoger beroep

6.1
In hoger beroep heeft AXA gevorderd dat het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigt, de vorderingen van AXA alsnog toewijst en de vordering van Bergnet alsnog afwijst. AXA heeft een viertal grieven (bezwaren) gericht tegen het vonnis van de kantonrechter. Deze grieven bestrijden in de kern genomen het oordeel van de kantonrechter
dat sprake is van zaakwaarneming op grond waarvan AXA gehouden is de kosten van Bergnet te vergoeden.
6.2
De grieven zullen hierna thematisch worden behandeld. De uitkomst van de beoordeling zal zijn dat deze grieven niet slagen. Het hof is het met de kantonrechter eens dat sprake is van zaakwaarneming en dat AXA gehouden is de kosten van Bergnet te vergoeden.

7.De beoordeling

Zaakwaarneming of opdracht?
7.1
De grieven 1 en 2 richten zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat Bergnet willens en wetens de belangen van AXA heeft behartigd en dat geen sprake zou zijn van een juridische opdracht tussen het LCM en Bergnet. AXA heeft betoogd dat Bergnet handelde in opdracht van het LCM en daarmee de belangen van het LCM en haar eigen belangen diende. Verder heeft zij daarbij gesteld dat het voor AXA niet uitmaakte of de auto nu op een parkeerplaats was blijven staan dan wel bij Bergnet was gestald.
7.2
Het hof overweegt dat de wet zaakwaarneming uitsluit in gevallen waarin de bevoegdheid tot het handelen aan een rechtshandeling wordt ontleend. Uit de wetsgeschiedenis blijkt en uit vaste jurisprudentie volgt dat deze bevoegdheid moet voortvloeien uit een rechtshandeling van of met de belanghebbende zelf. [1] Voor het kunnen aannemen van een rechtshandeling is vereist dat (uitdrukkelijk of stilzwijgend; vergelijk art. 3:37 lid 1 BW) uiting is gegeven aan de wil van de belanghebbende. Daarvan is in dit geval geen sprake. Gesteld noch gebleken is dat tussen AXA als belanghebbende en Bergnet een overeenkomst is gesloten dan wel dat sprake is van een andere rechtshandeling of -verhouding met AXA op grond waarvan een bevoegdheid tot het handelen kan worden gebaseerd. Bergnet kan dan ook, indien ook aan de overige vereisten voor toepassing van de wettelijke regeling van artikel 6:198 BW en verder is voldaan - zie hierna 7.3 - , jegens AXA gelden als zaakwaarnemer. Hieraan staat niet in de weg dat tussen Bergnet enerzijds en SIMN dan wel (namens haar) LCM anderzijds afspraken bestaan tot het veilig stellen en stallen van gestolen auto’s, nu AXA bij die afspraken geen partij is.
7.3
Voor toepassing van de zaakwaarnemingsregeling is verder vereist dat Bergnet zich willens en wetens en op redelijke grond heeft ingelaten met de behartiging van het belang van een ander, in dit geval dat van de eigenaar van de auto. Bergnet heeft gemotiveerd gesteld dat aan de vereisten voor zaakwaarneming is voldaan.
7.4
Het hof is het daarmee eens: nadat de politie bij het LCM had gemeld dat de gestolen auto met een Duits kenteken langs de openbare weg was aangetroffen en LCM verzocht deze te bergen, heeft het LCM deze melding doorgestuurd naar Bergnet. Bergnet heeft op haar beurt ervoor gekozen deze opdracht te aanvaarden en is dezelfde dag overgegaan tot het veilig stellen en stallen van de auto. Door AXA is niet weersproken dat de auto op dat moment in een zodanig goede conditie verkeerde dat Bergnet er redelijkerwijs van mocht uitgaan dat de eigenaar er alle belang bij had dat de gestolen auto veilig gesteld zou worden en op een veilige plek zou worden gestald. Dit om de auto en de waarde ervan zoveel mogelijk te behouden dan wel om te voorkomen dat de auto weer zou worden meegenomen, zou worden opengebroken of zou worden vernield/gestript voor waardevolle onderdelen. Gezien deze feiten en omstandigheden was het voor Bergnet dan ook duidelijk dat zij het belang van de eigenaar behartigde. AXA heeft onvoldoende gesteld om de conclusie te rechtvaardigen dat Bergnet door te handelen niet het belang van de eigenaar, maar dat van het LCM dan wel SIMN beoogde te dienen. Aan zaakwaarneming staat verder niet in de weg dat Bergnet op het moment dat zij de auto veilig stelde nog niet wist dat AXA de belanghebbende was. Dat Bergnet als professionele berger mede in eigen belang handelde – zij verdient immers aan de berging van auto’s - is evenmin een beletsel voor het aannemen van zaakwaarneming. [2] De stelling van AXA dat door het wegslepen van de auto de politie niet meer de plicht had de eigenaar dan wel de verzekeraar van de auto te achterhalen, is door Bergnet gemotiveerd betwist. AXA heeft deze stelling verder ook niet onderbouwd, zodat het hof hieraan voorbij gaat. Dat geldt ook voor de consequentie die aan deze stelling door AXA wordt verbonden, namelijk dat het haar belang juist was de auto om deze reden aan de openbare weg gestald te laten blijven.
7.5
Uit het voorgaande leidt het hof verder af dat Bergnet, gezien de omstandigheden van dit concrete geval, op redelijke grond heeft gehandeld. Voor het handelen was een zekere noodzaak aanwezig. Het betrof hier immers een in Duitsland als gestolen aangemerkte, in relatief goede conditie verkerende auto met een Duits kenteken. Deze auto stond onbeheerd aan de openbare weg, terwijl het Bergnet bekend was dat de politie de situatie als dusdanig ernstig beoordeelde, dat zij bij het LCM het verzoek indiende de auto te bergen. Verder staat vast dat ten tijde van het bergen onbekend was wie de eigenaar was dan wel wat zijn contactgegevens waren. Dat de eigenaar relatief snel kon worden achterhaald en met hem contact kon worden opgenomen om hem eventueel in de gelegenheid te stellen zelf de auto veilig te stellen, is tegen het licht van deze feiten en omstandigheden, door AXA onvoldoende gemotiveerd gesteld. De aanwezigheid van een brief in de auto van de Allgemeine Deutsche Automobil-Club e.V. (hierna: ADAC) gericht aan de heer [naam2] die op hetzelfde adres woont als de bestolen mevrouw [de verzekeringsneemster] is daartoe, zonder nadere toelichting die ontbreekt, onvoldoende.
7.6
De conclusie is dan ook dat Bergnet als zaakwaarnemer heeft gehandeld. De grieven 1 en 2 treffen dus geen doel.
Voortvarendheid Bergnet bij achterhalen identiteit, retentierecht?
7.7
Met grief 3 komt AXA op tegen het oordeel van de kantonrechter dat Bergnet voldoende heeft gedaan om de identiteit van de eigenaar te achterhalen. AXA heeft gesteld dat zij alle activiteiten van Bergnet heeft betwist, dat het ondenkbaar is dat een auto anderhalf jaar bij de berger staat zonder dat deze de eigenaar weet te achterhalen, terwijl op de achterbank van de auto een brief van de ADAC lag die was gericht aan de heer [naam2] die op hetzelfde adres woont als de bestolen mevrouw [de verzekeringsneemster] .
7.8
Het hof stelt voorop dat de verplichting van de zaakwaarnemer als bedoeld in artikel 6:199 BW naar zijn aard een inspanningsverplichting is. Bergnet heeft gemotiveerd, gedetailleerd en met vele bescheiden onderbouwd gesteld wat zij heeft gedaan om de identiteit van de eigenaar te achterhalen nadat zij de auto veilig had gesteld. Zo kan uit de gemotiveerde stellingen van Bergnet worden afgeleid dat zij op 7 oktober 2019 contact heeft opgenomen met de politie met het verzoek contact op te nemen met de Duitse verzekeraar omdat ze vernomen had dat de auto gestolen zou zijn in Duitsland. In het e-mailbericht dat als productie 2 bij conclusie van antwoord en eis in reconventie is overgelegd, meldt Bergnet dat zij de gegevens van de verzekeraar inmiddels heeft opgevraagd bij De Vereende in Rijswijk, maar nog geen reactie heeft ontvangen. Op dit bericht krijgt ze van de politie geen antwoord. Op 17 oktober 2019 heeft Bergnet telefonisch contact gehad met de ADAC naar aanleiding van papieren die in de auto aanwezig waren. ADAC schrijft naar aanleiding van een herinnering van Bergnet per e-mail op 8 november 2019:
‘With this license plate there is no case in our system’Op 18 december 2019 heeft Bergnet contact opgenomen met het autobedrijf dat was vermeld op de omlijsting van het kenteken. Op 15 januari 2020 bericht het bedrijf per e-mail dat het Bergnet niet verder kan helpen. Met een e-mail van 10 februari 2020 heeft Bergnet opnieuw contact opgenomen met de politie. Die antwoordt op 26 februari 2020 dat ze het bericht heeft ontvangen en contact heeft gezocht met de politie in Duitsland. Op 16 maart 2020 doet Bergnet opnieuw navraag bij de politie. Op 21 april 2020 zoekt Bergnet contact met de heer [naam1] van het bedrijf TracTech- Data. [naam1] , die met Duitse verzekeraars werkt, neemt contact op met AXA die dan via deze weg op 24 april 2020, zeven maanden nadat Bergnet de auto op 24 september 2019 veilig heeft gesteld, komt te weten waar de auto is. AXA heeft dit een en ander slechts in algemene bewoordingen betwist. Die betwisting is gezien de motivering door Bergnet van haar stelling en de onderliggende bescheiden die door haar als producties in het geding zijn gebracht, onvoldoende, zodat het hof daaraan voorbij gaat en aan bewijslevering niet wordt toegekomen.
7.9
Naar het oordeel van het hof heeft Bergnet met het voorgaande duidelijk gemaakt dat zij voldoende voortvarend heeft gehandeld en zich heeft ingespannen om de eigenaar van de auto te achterhalen. Dit klemt te meer nu Bergnet, al op 17 oktober 2019 en 8 november 2019 contact heeft gehad met ADAC zonder dat dit haar ook maar enigszins verder heeft geholpen bij het achterhalen van de eigenaar. Dat Bergnet ook aanvankelijk niet verder kwam doordat de Nederlandse politie een melding onjuist verwerkte of niet met nadere informatie kwam, kan haar niet worden aangerekend. Van belang is in dit verband ook dat Bergnet zelf geen toegang heeft tot Nederlandse of internationale zoeksystemen van politie of justitie waarmee de eigenaar van een gestolen auto zou kunnen worden achterhaald.
7.1
De conclusie is dan ook dat Bergnet aan haar verplichtingen als zaakwaarnemer heeft voldaan. Grief 3 slaagt niet. AXA is dan ook gehouden de door Bergnet op basis van artikel 6:200 lid 2 BW gevorderde kosten, waarvan de hoogte verder niet meer is weersproken, te vergoeden.
7.11
Met grief 4 is AXA nog opgekomen tegen het oordeel van de kantonrechter dat Bergnet zich op een retentierecht kan beroepen. AXA stelt enkel dat Bergnet dit niet kan omdat geen sprake is van zaakwaarneming. Nu het hof hiervoor heeft geoordeeld dat wel sprake is van zaakwaarneming, valt de grondslag onder deze grief weg en kan die niet tot vernietiging van het vonnis leiden.
Slotsom
7.12
De grieven falen zodat het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd. Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof AXA in de kosten van het hoger beroep veroordelen. De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Bergnet zullen worden vastgesteld op € 772,- voor griffierecht en € 1.114,- voor salaris advocaat in overeenstemming met het liquidatietarief (1 punt × tarief II à € 1.114,-). Als niet
weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

8.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter van 16 juni 2021,
veroordeelt AXA in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Bergnet vastgesteld op € 772,- voor verschotten en op € 1.114,-voor salaris advocaat , te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening,
veroordeelt AXA in de nakosten, begroot op € 163,-, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 85,- in geval AXA niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na aanschrijving én betekening,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.E. Wichers, I. Tubben en P.S. Bakker en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op 26 april 2022.

Voetnoten

1.Vergelijk Toelichting Meijers, Parlementaire Geschiedenis, p. 792. Zo ook al HR 26 juni 1959, ECLI:NL:HR:1959:19.
2.Vergelijk HR 25 oktober 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2178.