Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een jeugdige, aangeduid als [verzoeker]. De kinderrechter had eerder op 18 januari 2022 een machtiging verleend voor gesloten jeugdzorg, maar het hof heeft deze machtiging in duur bekort. De zaak betreft de vraag of de machtiging tot uithuisplaatsing terecht is verleend, ondanks het ontbreken van een recent gesprek tussen de gedragswetenschapper en de jeugdige. Het hof oordeelt dat, hoewel een gesprek vereist was, de omstandigheden waaronder [verzoeker] onbereikbaar was, dit niet leidt tot vernietiging van de machtiging. Het hof benadrukt dat de jeugdige positieve ontwikkelingen doormaakt en dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is voor zijn hulpverlening. De duur van de machtiging is vastgesteld tot 25 mei 2022, om de benodigde therapieën te kunnen organiseren. Het hof bekrachtigt de beslissing van de kinderrechter voor het overige, maar vernietigt de beschikking voor wat betreft de duur van de machtiging.