ECLI:NL:GHARL:2022:304
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Lijfsdwang in kort geding tegen Royal FloraHolland
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 januari 2022, gaat het om een hoger beroep in kort geding waarbij appellanten zijn veroordeeld om aan Royal FloraHolland bepaalde informatie te verstrekken. Royal FloraHolland had eerder een dwangsomveroordeling verkregen, maar deze leidde niet tot de gewenste naleving door appellanten. Het hof oordeelt dat, hoewel Royal FloraHolland een zwaarwegend belang heeft bij de naleving van de veroordeling, de belangen van appellanten, waaronder hun gezondheid en leeftijd, op dit moment zwaarder wegen. Het hof weegt de mogelijkheid van lijfsdwang af tegen de persoonlijke levenssfeer van appellanten en concludeert dat de gevorderde uitvoerbaarverklaring bij lijfsdwang niet toewijsbaar is. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank Midden-Nederland en wijst de vorderingen van Royal FloraHolland af, waarbij het hof ook de proceskosten ten laste van Royal FloraHolland legt. De zaak illustreert de afweging tussen de belangen van een schuldeiser en de persoonlijke belangen van de schuldenaar in het kader van dwangmaatregelen.