Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
2.De beoordeling van het hoger beroep
de eigendom van het perceel grond met woning en verdere aanhorigheden:
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een geschil tussen buren over de eigendom van een carport en oprit. [appellante] en [geïntimeerde] c.s. zijn buren, waarbij [appellante] woont aan [adres1] 3 en [geïntimeerde] c.s. aan [adres1] 5. De kern van het geschil draait om de vraag wie de eigenaar is van de betwiste grond waarop de carport en oprit zijn gelegen. Het hof oordeelt dat [geïntimeerde] c.s. de eigenaar is van de betwiste grond.
De procedure begon toen [appellante] een verklaring voor recht vorderde dat zij eigenaar was van de betwiste grond, terwijl [geïntimeerde] c.s. een tegenvordering instelde. De rechtbank heeft de vorderingen van [appellante] afgewezen en de vordering van [geïntimeerde] c.s. toegewezen. [appellante] ging in hoger beroep, waarbij zij aanvoerde dat zij door verjaring eigenaar was geworden van de betwiste grond. Het hof oordeelt echter dat [appellante] geen bezitter is van de betwiste grond, omdat zij toestemming had gekregen van haar zoon om de carport op zijn grond te bouwen.
Het hof concludeert dat de zoon de betwiste grond heeft verkocht aan [geïntimeerde] c.s. en dat de koopovereenkomst geldig is. De argumenten van [appellante] dat er geen titel voor de overdracht bestond, worden verworpen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellante] in de kosten van het hoger beroep.