Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
eiseres van de vordering,
verweerster op de tegenvordering,
hierna te noemen: [persooon A] ,
advocaat mr. P.W.E. Hoezen te Winterswijk,
1.[persoon B] ,wonende te [woonplaats] ,2. [persoon C] ,wonende te [woonplaats] ,verweerders op de vordering,eisers van de tegenvordering,hierna samen te noemen: [personen B en C] ,advocaat mr. Y. Cenik te Lichtenvoorde.
1.De procedure
2.De feiten
[e]en perceel grond gelegen achter het woonhuis [adres 1] kadastraal bekend Gemeente Winterswijk sectie G van nummer 5136 een kennelijk afgedeeld gedeelte waarvan de grootte nader zal blijken bij kadastrale opmeting; bij het hiervoor vermelde gedeelte van het kadastrale nummer 5136 is sprake van één onroerende zaak; waarvoor in het plan van toedeling van de ruilverkaveling "Winterswijk-West" in de plaats zal treden een gedeelte van de kavel genummerd 159.011 hierna ook te noemen het verkochte, door verkoper in gebruik als grond.”
18 september 1998, waarin ook het hiervoor genoemde perceel betrokken was (zie verwijzing in de leveringsakte onder 2.4), volgt dat bij die ruilverkaveling aan [persooon A] is toegedeeld de kavel 159.011AB, kadastraal bekend gemeente Winterswijk, sectie U, nummer 93 (hierna ook: sectie U93).
de eigendom van het perceel grond met woning en verdere aanhorigheden:
het recht van eigendom met betrekking tot het woonhuis met verdere aanhorigheden, erf en tuin gelegen te 7119 AS [woonplaats] , [adres 2] , kadastraal bekend gemeente WINTERSWIJK, sectie U, nummers 92 en 122, respectievelijk ter grootte van vijf are (5 a) en twintig are en vijfentachtig centiare (20 a 85 ca)”.
3.De vordering
4.Het verweer op de vordering
5.De voorwaardelijke tegenvordering
6.Het verweer op de voorwaardelijke tegenvordering
7.De beoordeling
van de vordering
een kennelijk afgedeeld gedeelte” van sectie G5136. Daarbij is in die leveringsakte opgenomen dat in het plan van toedeling van de ruilverkaveling “Winterswijk-West” in plaats van dat kennelijk afgedeeld gedeelte van sectie G5136 in de plaats zal treden “
een gedeelte van de kavel genummerd 159.011”. Dat laatste gedeelte wordt in die akte verder aangeduid met “
het verkochte”. (zie 2.4)
een kennelijk afgedeeld gedeelte” van sectie G5136, waarvoor bij de ruilverkaveling in de plaats zal treden “
een gedeelte van de kavel genummerd 159.011” - laat geen andere uitleg toe. Immers, het gedeelte van dat laatstgenoemde kavelnummer dat bij de aangekondigde ruilverkaveling is toegedeeld aan de zoon en zijn echtgenote betreft - onder meer - sectie U122. Ook die uitleg is gebaseerd op objectieve maatstaven, namelijk de in de betreffende notariële akte opgenomen kavelaanduidingen.
(9 oktober 1996, 2.4) en de akte van toedeling in het kader van die ruilverkaveling
(18 september 1998, 2.6) had [persooon A] op basis van het plan van toedeling, dat aan alle betrokken grondeigenaren ter inzage wordt verstrekt, er mee bekend moeten zijn welk deel van de grond aan haar en welk deel aan haar zoon werd toegedeeld. Derhalve wist [persooon A] dat de carport niet op haar eigen grond, maar op die van haar zoon is gebouwd.
21 december 1998 is gebouwd én dat met het realiseren en vervolgens gebruiken van die carport (en de ervoor gelegen oprit) is voldaan aan het bezitsvereiste, is door [persooon A] niet concreet gesteld, laat staan onderbouwd. Voor zover [persooon A] het vereiste “bezit van een goed” heeft willen aantonen met de bouw en het gebruik van de carport, wordt zij daarin dan ook niet gevolgd.
nadatzij een deel van haar perceel aan haar zoon had verkocht en geleverd en
voordatzij de carport liet bouwen. Naar nu blijkt: op grond die destijds toebehoorde aan de zoon van [persooon A] en thans aan [personen B en C] Door raadpleging van de openbare registers zou duidelijk zijn geworden dat de percelen in de loop van de jaren weliswaar andere nummers hebben gekregen, maar dat de kadastrale grens steeds dezelfde loop - inclusief ‘knikjes’- heeft gehad. Namens [personen B en C] is dit ter zitting - onweersproken door [persooon A] - toegelicht aan de hand van het kadastrale veldwerk uit 1985 (productie 3 bij procesinleiding), de kadastrale kaart uit 1997 (productie 9 bij verweerschrift) en de ter zitting overgelegde veldwerktekening uit 1998.
1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)