Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
5.Het tussenarrest van 30 november 2021
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
7.De vaststaande feiten
Grief Ibetoogt dat de aansprakelijkheid van de makelaar voor eventuele onjuistheden in het weergegeven woonoppervlakte is uitgesloten in artikel 26 van de koopovereenkomst.
Grief IIvoert aan dat Rasch niet onrechtmatig heeft gehandeld. Met
grief IIIbetoogt Rasch dat er geen sprake is van schade en dat het causaal verband tussen de vermeende schade en het vermeende onrechtmatig handelen ontbreekt.
Grief IVis een voorwaardelijke grief die aanvoert dat, mocht ervan worden uitgegaan dat Rasch wel aansprakelijk is en causaal verband wordt aangenomen, er sprake is van eigen schuld aan de zijde van [geïntimeerden] c.s. zoals bedoeld in artikel 6:101 BW. De laatste
grief Vkomt op tegen de veroordeling van Rasch tot vergoeden van de schade, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.