Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Transheroes Customs B.V.(voorheen: TTS Quality Logistics B.V.),
Lesscher Transport B.V.
1.Samenvatting
2.Het verloop van de procedure in hoger beroep
Dit arrest is niet gebaseerd op stellingen die pas na de zitting zijn betrokken. Voor zover standpunten ter zitting zijn aangevuld, heeft Sweetlife daarop (eveneens ter zitting) kunnen reageren. Het hof ziet geen aanleiding om Sweetlife in staat te stellen nogmaals te reageren.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
(…)
the total or partial loss of the goods and (…) damage theretoen in de Franse tekst is sprake van aansprakelijkheid
de la perte totale ou partielle, ou de l’avarie.
In dit verband is van belang dat de dragees waren verpakt in dichtgevouwen plastic zakken en dat elke plastic zak in een kartonnen doos zat. De dozen waren op pallets opgestapeld en daaromheen was transparante folie gewikkeld. Het gewicht van bovenliggende dozen zorgde ervoor dat de dozen daaronder volledig gesloten bleven. Dit laatste gold niet voor de bovenste laag dozen: de kleppen daarvan (of van een deel daarvan) stonden op een kier.
Door de expert die door de verzekeraar van Sweetlife is ingeschakeld (EMN) is als mogelijkheid genoemd dat er enkele vliegen tussen de transparante folie en de dozen omhoog waren gekropen (aan de onderzijde van de pallets ontbrak de folie). Er zijn ook foto’s gemaakt van vliegen die kennelijk in de folie beklemd zaten. Dat een of meer vliegen kieren in de bovenste dozen hebben bereikt is echter niet vastgesteld, laat staan dat ze erin zijn geslaagd om de chocolade dragees te bereiken. Transheroes en Lesscher hebben bestreden dat vliegen contact met de dragees zijn gekomen en hebben toegelicht dat de kans daarop (zeer) klein is.
Op grond van het voorgaande gaat het hof ervan uit dat niet is en ook niet meer kan worden vastgesteld dat er vliegen in direct contact zijn gekomen met dragees. Dat een vlieg zijn weg heeft gevonden door een kier in één van de bovenste dozen en vervolgens ook nog eens een opening heeft gevonden in de dichtgevouwen plastic zak in die doos, is niet concreet door Sweetlife gesteld en ook niet te bewijzen aangeboden. Dat de kans daarop reëel is, is niet door Sweetlife onderbouwd. Sweetlife heeft wel gesteld dat een microbiologische besmetting ook door de lucht heeft kunnen plaatsvinden, maar heeft niet verder uitgewerkt dat daarop in dit geval een gerede kans bestond.
Het hof ziet geen aanleiding om op dit punt deskundige informatie in te winnen.
Ten aanzien van Transheroes is in dit verband nog van belang dat Sweetlife uiteindelijk ook zelf stelt (onder andere: MvG 139) dat niet is gebleken dat de schade al vóór het transport was ontstaan, tijdens de inslag en opslag door Transheroes.
Met grief 7 betoogt Sweetlife dat het hof niet zonder meer van de inhoud van het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg mag uitgaan. Het hof is niet van die inhoud uitgegaan, zodat de grief evenmin slaagt.
Grief 8 heeft geen zelfstandige grondslag.
Nu geen van de grieven slaagt zal het hof het bestreden eindvonnis bekrachtigen. De grieven zijn niet gericht tegen de daaraan voorafgegane vonnissen, zodat het hof Sweetlife alleen al daarom niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep dat zij tegen het tussenvonnis van 24 juli 2019 heeft ingesteld.