ECLI:NL:GHARL:2022:2761
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest inzake onrechtmatige daad door misbruik van jongerenrekening
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een tussenarrest in hoger beroep met betrekking tot een jongerenrekening die door de moeder van de destijds minderjarige [geïntimeerde] was geopend. De moeder, [appellante], heeft deze rekening beëindigd kort voordat [geïntimeerde] meerderjarig werd, waarbij er een bedrag van € 42,76 op de rekening stond. In de periode van 1 januari 2012 tot de opheffing van de rekening zijn er in totaal € 11.452,66 van de rekening afgeschreven. [geïntimeerde] stelt dat dit misbruik van zijn rekening is en heeft [appellante] aansprakelijk gesteld voor de schade die hij heeft geleden. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat [appellante] onrechtmatig heeft gehandeld door bedragen van de rekening af te schrijven zonder toestemming van [geïntimeerde]. [appellante] is toegelaten tot tegenbewijs, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat het tegenbewijs niet is geleverd voor een schadepost van € 10.880,16, die aan [geïntimeerde] is toegewezen.
In hoger beroep heeft [appellante] een memorie van grieven ingediend, waarin zij betoogt dat de stellingen van [geïntimeerde] niet voldoende vaststaan. Het hof oordeelt dat [appellante] het recht heeft om haar visie opnieuw uiteen te zetten en dat de vraag of [geïntimeerde] zelf betalingen heeft gedaan met de jongerenrekening aan de orde is. Het hof laat [appellante] toe om nader bewijs te leveren over de stelling dat [geïntimeerde] zelf betalingen heeft verricht. Het hof houdt verdere beslissingen aan en bepaalt dat partijen op 3 mei 2022 de verhinderdagen moeten opgeven voor het verhoor van getuigen.