4.2De vrouw is met zeven grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden
beschikking. De grieven zien op de ontvankelijkheid van de man in zijn echtscheidings-
verzoek, de echtscheiding en de kinder- en partneralimentatie. De vrouw verzoekt de
bestreden beschikking (gedeeltelijk) te vernietigen en, alsnog rechtdoende, eventueel met aanvulling van de gronden;
Primair:
- de man in zijn inleidende verzoek tot echtscheiding niet-ontvankelijk te verklaren,
althans hem dit te ontzeggen, althans zodanig te bepalen als het hof zal vermenen te behoren;
Subsidiair:
- het inleidend verzoek van de man om de vrouw te veroordelen tot het betalen van kinderalimentatie voor [de minderjarige] (aan de man) niet-ontvankelijk te verklaren,
althans hem dit te ontzeggen, althans een bijdrage vast te stellen op een door het hof in alle redelijkheid vast te stellen bedrag;
- als het hof van mening zou zijn dat er kinderalimentatie voor [de minderjarige] moet
worden voldaan aan de man, de ingangsdatum van een te betalen bijdrage te bepalen
op de datum waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers
van de burgerlijke stand, althans een zodanige datum als het hof zal vermenen te
behoren;
- de man in zijn inleidende verzoek om de vrouw te veroordelen tot het betalen van partneralimentatie niet-ontvankelijk te verklaren, althans hem dit te ontzeggen, en te bepalen dat er op de vrouw geen alimentatieplicht rust, althans dat de verplichting beperkt blijft tot twee, althans vijf jaar na de inschrijving van de echtscheidings-
beschikking, althans zodanig te bepalen als het hof zal vermenen te behoren;
- te verstaan dat de man geen behoefte heeft, althans niet behoeftig is, althans dat van
de vrouw redelijkerwijs geen bijdrage kan worden verlangd, althans dat de
partneralimentatie twee jaar na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking op
nihil wordt gesteld, althans zodanig te bepalen als het hof zal vermenen te behoren;
- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.