Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling in hoger beroep
Tekeningen ontvangen van DDC-P’. De deskundige heeft een opsomming gegeven van de tekeningen die hij heeft ontvangen en geeft (als antwoord op ‘vraag j’) aan dat de tekeningen die door FRD aan DDC-P zijn verstrekt in het kader van de vaststellingsovereenkomst van 28 mei 2014 de uitgangspunten zijn voor de FXJ frames. Vervolgens antwoordt de deskundige (op ‘vraag k’) dat de door hem onderzochte FXJ frames die afkomstig zijn van de door FRD afgekeurde zendingen niet voldoen aan de uitgangspunten die leidend waren voor de productie. Daarbij concludeert de deskundige (met onderstreping door het hof):
Na metingen door mij (…) met de overeengekomen meetpennen moet ik concluderen dat de frames buiten de toleranties vallen van de maat “Q”die op de tekeningen staanen dus niet voldoen aan de gestelde eisen.”
Door de grotere binnenmaat van het sloophamer frame zal de demper waarschijnlijk niet voldoende opgesloten zitten tussen het sloophamer frame en het binnenwerk wat in het sloophamer frame geschoven zit en daardoor mogelijk meer slijtage aan de dempers optreed en dus van invloed kunnen zijn op de levensduur van de sloophamer.”
Voor mij is duidelijk dat de extra lassen in het FXJ sloophamer frame de maat “Q” nadelig beïnvloeden en waardoor deze maat moeilijker te realiseren is binnen het tolerantie veld van dit FXJ type dan vergeleken met het FX sloophamer frame type en er waarschijnlijk een extra nabewerking nodig is om binnen de toleranties te blijven.(…)”
Mijn mening als deskundige is dat de huidige afwijkingen niet ernstig genoeg zijn om de sloophamer frames definitief te weigeren omdat er geen herstelpoging is ondernomen om de afwijkingen proberen te corrigeren wat een gebruikelijke actie is binnen de industrie, er zijn in mijn optiek nog technische mogelijkheden om deze afwijkingen ook te herstellen.(…)”
Als de rekgrens van het materiaal exact nominaal zou zijn volgens het voorgeschreven materiaal (S235) dan is er een kans dat de spanningen te hoog worden voor de dunnere doorsnede en de plaat zou dan mogelijk kunnen vervormen en dus deze afwijking kan consequenties hebben voor de sterkte en levensduur van de sloophamer.”
Ons geduld is op. Wij willen geld zien, zo niet dan gaan wij over tot gerechtelijke
Betalingen en eventuele volgende bestellingen zullen uitblijven totdat er een oplossing gevonden wordt en dat de kwaliteit waar FRD voor staat gewaarborgd blijft.”
Deze 3 door DDC-P gemaakte sloophamer frames zijn ruim 1,5 jaar geleden aan FRD geleverd en geaccepteerd (…) voldoen daarmee aan de kwaliteit en functionaliteit vereist door FRD op dat moment stelde (…). Dus daaruit leid ik af dat de sloophamer frames tot nu toe kwalitatief en functioneel zijn omdat ik nergens kan vinden dat deze sloophamer frames afgekeurd zijn en er problemen mee geweest zijn.”
”
betalingsverplichting, maar een dergelijke verplichting volgt niet uit artikel 5 van de vaststellingsovereenkomst. In artikel 5.6 is bepaald dat FRD zich verplicht om in het jaar erna het niet afgenomen gedeelte van de minimumafnameverplichting alsnog af te nemen, dan wel met [naam1] daarover conveniërende afspraken te maken. Dit kan niet worden uitgelegd als een verplichting tot betaling van een bedrag dat overeenstemt met het bedrag dat FRD nog aan bestellingen had moeten plaatsen, nog daargelaten dat tegenover betaling van een dergelijk bedrag de verplichting van DDC-P tot levering zou staan. De vordering tot betaling van het door DDC-P gevorderde bedrag wordt daarom afgewezen en alleen de vordering tot nakoming van de minimumafnameverplichting (voor zover nog niet geschied) zal worden toegewezen. Aan de subsidiaire vordering komt het hof niet toe.