Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 maart 2022, zijn de ouders van twee minderjarige kinderen in hoger beroep gegaan tegen eerdere beslissingen van de rechtbank Overijssel. De ouders, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Alta, verzochten om de voogdij van de gecertificeerde instelling Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (de GI) te beëindigen en over te dragen aan Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen. De ouders voerden aan dat de verhouding met de GI ernstig verstoord was en dat dit niet in het belang van de kinderen was. Het hof heeft in zijn uitspraak de verstoorde verhouding tussen de ouders, de pleegouders en de GI erkend, maar oordeelde dat er geen wettelijke grond was voor beëindiging van de voogdij. Wel heeft het hof de GI in overweging gegeven om de voogdij door een andere persoon binnen de organisatie te laten uitvoeren.
Daarnaast heeft het hof de omgangsregeling tussen de ouders en de kinderen uitgebreid. De ouders mogen nu eens per maand gedurende vier uur onbegeleide omgang hebben met hun kinderen op een neutrale locatie. Dit besluit is genomen in het belang van de kinderen, waarbij het hof de aanbevelingen van de raad voor de kinderbescherming heeft gevolgd. De ouders hebben aangegeven dat ze de verhouding met de GI willen verbeteren, maar dat er momenteel geen ruimte is voor samenwerking. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel bekrachtigd voor de voogdij, maar de omgangsregeling aangepast om de band tussen de ouders en de kinderen te bevorderen.