ECLI:NL:GHARL:2022:2019

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 maart 2022
Publicatiedatum
15 maart 2022
Zaaknummer
200.299.093
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een curator in een curatelezaak met voorkeur voor familielid boven professionele curator

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de benoeming van een curator voor [de zoon], die onder curatele is gesteld. De vader van [de zoon] was eerder benoemd als curator, maar is ontslagen door de kantonrechter. [verzoeker], de broer van [de zoon], heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing en verzocht om zelf benoemd te worden tot curator. Het hof heeft vastgesteld dat er geen gegronde redenen zijn om [verzoeker] niet te benoemen en dat hij de voorkeur geniet boven een professionele curator, gezien zijn betrokkenheid en de steun van de familie. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd wat betreft de benoeming van de Stichting [de curator] en [verzoeker] benoemd tot curator van [de zoon]. De beslissing van de kantonrechter om de vader als curator te ontslaan blijft in stand. Het hof heeft ook opgemerkt dat [verzoeker] geen beloning voor zijn curatorschap wenst en dat het splitsen van curatorschap in mentorschap en bewind niet aan de orde is in deze zaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.299.093
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 9320676)
beschikking van 15 maart 2022
inzake
[verzoeker],
wonende in [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. J.M. van Raaijen te Almere,
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
[de zoon],
wonende in [woonplaats2] ,
de
Stichting [de curator],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verweerder in hoger beroep, verder te noemen: de curator,
[de vader],
wonende in [woonplaats3] ,
verder te noemen: (de) vader,
[de moeder],
wonende in [woonplaats3] ,
verder te noemen: (de) moeder,
[belanghebbende1],
wonende in [woonplaats4] ,
[belanghebbende2],
wonende in [land] ,
[belanghebbende3],
wonende in [woonplaats5] ,
[belanghebbende4],
wonende in [woonplaats3] ,
[belanghebbende5],
wonende in [woonplaats3] .

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 6 juli 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (verder te noemen: de bestreden beschikking).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift, binnengekomen op 13 september 2021, met producties;
  • het verweerschrift van de curator.
2.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 februari 2022. De volgende personen waren aanwezig:
  • [verzoeker] met zijn advocaat;
  • de vader;
  • [naam1] en [naam2] , namens de curator;
  • [naam3] en [naam4] , namens [naam5] ;
  • de moeder;
  • [belanghebbende2] (via Skype);
  • [belanghebbende3] ;
  • [belanghebbende5] .
2.3
[de zoon] , [belanghebbende1] en [belanghebbende4] hebben wel een uitnodiging gekregen voor de mondelinge behandeling, maar zij zijn niet verschenen.

3.De feiten

3.1
[de zoon] is [in] 1986 geboren. Hij is de zoon van de vader en de moeder en de broer van [verzoeker] , [belanghebbende1] , [belanghebbende2] , [belanghebbende3] , [belanghebbende4] en [belanghebbende5] .
3.2
Bij beschikking van 8 juni 2005 is [de zoon] onder curatele gesteld. De vader is benoemd tot curator van [de zoon] .

4.De omvang van het geschil

4.1
In de bestreden beschikking heeft de kantonrechter de vader ontslagen als curator van [de zoon] en de Stichting [de curator] benoemd tot curator.
4.2
[verzoeker] is in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. [verzoeker] verzoekt het hof om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en te bepalen dat [verzoeker] wordt benoemd tot curator van [de zoon] .
4.3
De curator voert verweer in hoger beroep.

5.De motivering van de beslissing

Benoeming curator
5.1
Op grond van artikel 1:383 lid 2 en lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de curator de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. Volgens artikel 1:383 lid 3 wordt, tenzij lid 2 is toegepast, indien de betrokkene is gehuwd, een geregistreerd partnerschap is aangegaan of anderszins een levenspartner heeft, bij voorkeur de echtgenoot, geregistreerd partner, dan wel een andere levensgezel tot curator benoemd. Is het voorgaande niet van toepassing, dan wordt bij voorkeur een van zijn ouders, kinderen, broers of zussen tot curator benoemd.
5.2
Het hof is van oordeel dat [verzoeker] benoemd moet worden tot curator van [de zoon] . Er zijn geen gegronde redenen die zich daartegen verzetten.
5.3
Het hof merkt op dat de kantonrechter [verzoeker] en de andere familieleden van [de zoon] ten onrechte niet heeft aangemerkt en gehoord als belanghebbenden. [verzoeker] heeft daarom niet de kans gekregen om kenbaar te maken dat hij graag curator van [de zoon] wilde worden. De curator heeft verklaard dat zij door de rechtbank is benaderd om curator van [de zoon] te worden, zonder dat zij achtergrondinformatie had over de familie van [de zoon] .
5.4
[verzoeker] heeft aangevoerd dat hij als broer zeer betrokken is bij [de zoon] . [verzoeker] heeft dezelfde culturele en religieuze achtergrond als [de zoon] en kan dit betrekken bij de keuzes voor hem. Daarnaast is [verzoeker] financieel onderlegd, zodat hij ook het financiële gedeelte van de curatele op zich kan nemen. De curator heeft verklaard dat zij in de afgelopen maanden heeft gezien dat [verzoeker] erg betrokken is bij [de zoon] . Volgens de curator kan [verzoeker] goed bepalen wat [de zoon] nodig heeft.
5.5
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof gezien dat [de zoon] – zoals [verzoeker] het heeft verwoord – het centrale middelpunt is van een hechte en betrokken familie. De familie steunt [verzoeker] in zijn verzoek.
5.6
Op grond van het voorgaande concludeert het hof dat [verzoeker] bereid en geschikt is om de curator van [de zoon] te worden. Volgens de wet heeft het ook de voorkeur dat een familielid tot curator wordt benoemd in plaats van een professionele curator. Het hof zal daarom de bestreden beschikking vernietigen wat betreft de benoeming van de curator en bepalen dat [verzoeker] wordt benoemd tot curator van [de zoon] . De bestreden beschikking blijft in stand wat betreft het ontslag van de vader als curator.
Overige overwegingen
5.7
[verzoeker] heeft verklaard dat hij geen beloning wil ontvangen voor zijn curatorschap.
5.8
De curator heeft het hof tijdens de mondelinge behandeling gewezen op de mogelijkheid om het curatorschap te splitsen in mentorschap en bewind. Dat kan het hof in het kader van deze zaak niet beslissen. Daarvoor ziet het hof overigens ook geen aanleiding.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 6 juli 2021, wat betreft de benoeming van de Stichting [de curator] tot curator;
benoemt met onmiddellijke ingang
[verzoeker], geboren [in] 1987, tot curator van
[de zoon], geboren [in] 1986.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H. Lieber, K.A.M. van Os-ten Have en A.L.H. Ernes, bijgestaan door mr. L.M. de Wit als griffier en is op 15 maart 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.