Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de vennootschap onder firmaV.O.F. [appellante1] Makelaardij, gevestigd te Nes (Ameland),
[appellant2] Holding B.V., gevestigd te Nes (Ameland),
[appellant3] Holding B.V.,gevestigd te Nes (Ameland),
[appellanten] c.s.genoemd,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[geïntimeerde] Exploitatie B.V.gevestigd te ’s-Gravenhage,
[geïntimeerde] Exploitatie,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep,
2.De verdere beoordeling van het hoger beroep
8 september 2022 een verrassingsbeslissing heeft genomen en buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden. Daarover overweegt het hof het volgende.
Daarbij geldt in hoger beroep dat het hof de grieven ruim moet uitleggen en dat aan de grieven 1 en 2 alleen zinvol betekenis toekomt als [appellanten] c.s. zich daarin niet alleen tegen het deskundigenrapport richten maar ook tegen de daarop voortbouwende oordelen van de rechtbank. De strekking van de grieven is dat door [geïntimeerde] Exploitatie in het geheel geen schade is geleden, althans niet in de vorm van een te lage waarde van de woning. Ook grief I in het incidenteel appel betreft de omvang van de schadevergoeding op grond van de waarde(vermindering) van de woning.
- overdrachtsbelasting € 81.000,00
- fiscale schade (totaal) € 462.000,00
- juridische ondersteuning € 32.928,46
- interne kosten (gederfde 250 uren)
€ 25.000,00Totaal: € 765.527,45
“Dat wil zeggen dat deel van de vloeroppervlakte dat direct gericht is op de doelstelling en het gebruik van het gebouw. De GO van een ruimte is de oppervlak, gemeten op vloerniveau tussen de opgaande scheidingsconstructies, waarbij de hoogte hoger is dan 1,50 meter”(aldus het deskundigenrapport onder 5.3):
Waarde per 7 oktober 2009, (permanente bewoning), op basis GO € 521.338,00
Waarde per 7 oktober 2009) (recreatieve bewoning), op basis GO € 1.243.104,00
Waarde per 7 oktober 2009, (recreatie bewoning) bruto cashflow € 1.093.000,-
Waarde per 7 oktober 2009 (gemengde bestemming) onbepaald
nade koop maar
voorde levering van de woning wist dat sprake was van een bestemming ‘permanente bewoning’ en niet van de overeengekomen bestemming ‘recreatieve bewoning’. Voorts heeft mevrouw [naam1] uitdrukkelijk verklaard dat zij ondanks die wetenschap, de levering van de woning aan [geïntimeerde] Exploitatie doorgang liet vinden omdat zij verwachte dat de bestemming zou kunnen worden gewijzigd in ‘recreatieve bewoning’. Die verwachting heeft zij uitdrukkelijk tegenover het hof ter zitting in eveneens uitdrukkelijke bewoordingen bevestigd. In haar akte na tussenarrest heeft [geïntimeerde] Exploitatie die verwachting weliswaar bevestigd maar deze vervolgens gerelativeerd door de stelling dat mevrouw [naam1] weliswaar verwachte dat de bestemmingswijziging realiseerbaar was maar dat die verwachting was gebaseerd op mededelingen door [appellanten] c.s. dat dit op korte termijn het geval zou zijn. Verder nuanceert [geïntimeerde] Exploitatie dat mevrouw [naam1] er niet vanuit ging dat de bestemmingswijziging na levering van de woning op 25 november 2009 lange tijd op zich zou laten wachten.
nade koop maar
voorde levering ontdekte dat de werkelijke bestemming niet de bedongen ‘recreatieve bewoning’ was, terwijl het ontbreken van die bestemming voor haar essentieel was, stonden haar tal van mogelijkheden ter beschikking om dat bezwaar weg te nemen. Zo had [geïntimeerde] Exploitatie (lees: mevrouw [naam1] ) kunnen afzien van levering en betaling, de levering kunnen verplaatsen naar een later tijdstip, of zekerheid kunnen bedingen (bijvoorbeeld een depotstelling van de koopprijs onder de notaris) voor de mindere waarde van woning. Zij had kunnen kiezen voor ontbinding van de koopovereenkomst, gedeeltelijke ontbinding of vernietiging met prijsverlaging of uitstel van de levering tot de bestemming zou zijn gewijzigd. Dat alles had gepast bij de beweerdelijke verwachting dat bestemmingswijziging op (zeer) korte termijn zou plaatsvinden. [geïntimeerde] Exploitatie (lees mevrouw [naam1] ) heeft van dit alles niets gedaan of dit zelfs maar (voor het hof kenbaar) aan de orde gesteld voorafgaand of bij levering. De handelwijze van [geïntimeerde] Exploitatie past bij een ongeclausuleerd vertrouwen dat het met de bestemming van de woning wel goed zou komen. Hetgeen weer past bij de uitdrukkelijke verklaring in die zin door mevrouw [naam1] .
- Huurderving € 178.212,- met wettelijke rente;
- Overdrachtsbelasting € 81.000,- met wettelijke rente;
- Fiscale gevolgen Inkomsten belasting € 312.000,- met wettelijke rente;
- Juridische ondersteuning € 14.206,17 met wettelijke rente;
- Eigen kosten en uren € 56.830,-, met wettelijke rente;
moetworden terug geleverd aan [geïntimeerde] Exploitatie. Het hof heeft al bij bindende eindbeslissing geoordeeld dat de noodzaak tot levering aan [naam1] privé onvoldoende aannemelijk is geworden. Waarom het noodzakelijk is de woning nu terug te leveren aan [geïntimeerde] Exploitatie is niet duidelijk. Op dat punt zal [geïntimeerde] Exploitatie zich echter nog mogen uitlaten. Zonder deze retrolevering lijkt er voor de fiscale schadeposten geen grond. De opnieuw gewijzigde en gevorderde schadeposten wegens interne en externe juridische bijstand zijn evenmin, in het licht van de stellingen van [appellanten] c.s., voldoende onderbouwd. Wel aannemelijk lijkt dat juridische kosten van enige omvang noodzakelijk waren om tot de wijziging van de bestemming te komen. In ieder geval deze punten zullen op een comparitie aan de orde komen.
3.De slotsom
4.De beslissing
ambtshalve peremptoir)voor uitlating door partijen over de wijze van voortprocederen en opgave van verhinderdata voor een mondelinge behandeling in de maanden april, mei of juni 2022;