Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
1.Kern van de zaak en de beslissing
2.Het procesverloop tot nu toe
3.De beoordeling van het hoger beroep
vrijwel onmogelijk” was om vanaf nummer 178 (het perceel van [appellant] ) op het stuk grond te komen, maar dat dit echt onmogelijk was, is niet gebleken. De broer van [naam3] heeft bovendien verklaard dat het “
betreffende stukje grond” [het betwiste stuk grond, hof] behoorlijk begroeid is geweest, maar dat zowel hij als zijn broer (de rechtsvoorganger van [appellant] ) op het stuk konden komen. De oorspronkelijk rechthebbende behoefde daarom naar objectieve maatstaven niet uit de aanwezigheid van de coniferenhaag af te leiden dat [naam 1 en 2] c.s. de betwiste stuk grond voor zich zelf hielden als waren zij rechthebbenden. Van niet-dubbelzinnig bezit van de strook grond door de rechtsvoorganger van [geïntimeerde1] is daarom niet gebleken. Het hof acht bovendien van belang dat de coniferenhaag in een dicht begroeid gebied stond. De coniferenhaag liep, zo heeft [geïntimeerde1] gesteld, onder de kruin van verschillende bomen en liep uit in een bosstrook. De begroeiing is ook duidelijk te zien op de door beide partijen overgelegde (lucht)foto’s: er is sprake van een dicht begroeide bosschage, waar zich volgens de stelling van [geïntimeerde1] ook coniferen tussen bevonden. De coniferenhaag was dus niet een duidelijk zichtbare afscheiding, die aangaf waar het perceel van [naam 1 en 2] c.s. (en later [naam4] en [naam5] ) eindigde en het perceel van de buren begon, maar was visueel een onderdeel van een grotere hoeveelheid bomen (waaronder een wilg met drie stammen), struiken en andere beplantingen. Het gebrek aan een zichtbare scheidslijn tussen de percelen doet geen bezit ontstaan, omdat de rechthebbende niet op de hoogte was en redelijkerwijs niet op de hoogte kon raken van de inbezitneming van de grond en hij geen maatregelen kon nemen om de verjaring te stuiten.
4.De slotsom
€ 332,00
- salaris advocaat € 2.228,00 (2 punten x tarief II)
5.De beslissing
te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;