ECLI:NL:GHARL:2022:1556
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gemengde overeenkomst van opdracht en bewaarneming met betrekking tot paarden en paardenvrachtwagen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van drie appellanten tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft een gemengde overeenkomst van opdracht en bewaarneming met betrekking tot een aantal paarden en een paardenvrachtwagen. De appellanten, allen wonende in Rusland, hebben in eerste aanleg verloren en zijn nu in hoger beroep gegaan. De rechtbank had geoordeeld dat de appellanten tekortgeschoten zijn in hun verplichtingen uit de overeenkomst en dat zij aansprakelijk zijn voor de schade die de geïntimeerde, een andere partij in deze zaak, heeft geleden. De appellanten hebben in hoger beroep onder andere betwist dat zij contractspartijen waren bij de overeenkomst en hebben hun eigen vorderingen ingediend. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals die in de eerdere uitspraak zijn beschreven en heeft de grieven van de appellanten beoordeeld. Het hof concludeert dat de appellanten inderdaad tekortgeschoten zijn in hun verplichtingen en dat de geïntimeerde recht heeft op schadevergoeding. Het hof heeft de eerdere uitspraak gedeeltelijk vernietigd, maar de veroordelingen tot afgifte van de paarden en de vrachtwagen zijn in stand gebleven. De appellanten zijn veroordeeld tot het afgeven van de originele kentekenbewijzen van de vrachtwagen en moeten rekening en verantwoording afleggen over hun beheer van de paarden. De kosten van de procedure zijn toegewezen aan de geïntimeerde, die in het ongelijk gestelde partij is.