ECLI:NL:GHARL:2022:1551

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
P21/0354
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van terbeschikkingstelling met een jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van 21 oktober 2021. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde verlengd met een termijn van twee jaren. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Dit besluit is genomen op basis van adviezen van twee externe gedragsdeskundigen, die hebben geadviseerd om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar in plaats van twee jaren. Het hof achtte het noodzakelijk om de ontwikkelingen op een kortere termijn te kunnen toetsen, met name de voortgang in de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde.

De terbeschikkinggestelde, geboren in 1965, verblijft in een kliniek en heeft in de afgelopen periode laten zien dat hij nog weinig geneigd is om tijdig hulp in te schakelen en impulsief kan handelen. De kliniek heeft geadviseerd om de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren, maar het hof heeft besloten om hiervan af te wijken. De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat en dat hij weer een doel in zijn leven heeft, en heeft verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank bevestigd dient te worden, maar het hof heeft dit niet gevolgd.

Het hof heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde aan de verlenging met één jaar niet de verwachting mag ontlenen dat na afloop van dit jaar de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd. De beslissing is genomen met inachtneming van de adviezen van de deskundigen en de noodzaak om de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde zorgvuldig te monitoren.

Uitspraak

TBS P21/0354
Beslissing van 24 februari 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1965,
verblijvende in [afdeling 1] (onder verantwoordelijkheid van [kliniek] ),
verder te noemen terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van 21 oktober 2021. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren.
Het hof heeft gelet op de stukken waarop de rechtbank haar beslissing heeft gebaseerd en daarnaast onder meer op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 25 oktober 2021 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- de aanvullende informatie van de [kliniek] binnengekomen op de griffie op 10 januari 2022, met als bijlage de wettelijke aantekeningen vanaf het derde kwartaal tot november 2021.
Het hof heeft ter zitting van 10 februari 2022 gehoord de advocaat-generaal, mr. R. Segerink en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. B. Klunder, advocaat te Amsterdam.

Overwegingen:

Het verlengingsadvies van 20 augustus 2021 en de aanvullende informatie van de [kliniek]
De kliniek heeft geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. Dit wordt noodzakelijk geacht om het resocialisatietraject verder vorm te geven. De terbeschikkinggestelde heeft in de afgelopen periode laten zien dat hij nog weinig geneigd is om tijdig hulp in te schakelen en dat hij nog impulsief kan handelen. De kliniek is voornemens de mogelijkheden van proefverlof te laten onderzoeken als de terbeschikkinggestelde goed is ingebed bij [afdeling 2] , hij betrouwbaar en stabiel blijft functioneren ook na de overstap naar forensisch begeleid wonen. De terbeschikkinggestelde is op 22 november 2021 aangemeld bij [afdeling 2] van de [instelling] , maar vanwege een intake-stop is nog onduidelijk wanneer dit wordt opgepakt. Op het moment dat proefverlof ingaat, is één van de voorwaarden dat terbeschikkinggestelde onder bewindvoering wordt gesteld.
Het uitstroomdoel is individueel begeleid wonen met begeleiding door [afdeling 2] , met de tussenstap van forensisch begeleid wonen in de Flat op het GGZ-terrein. De stap naar de Flat zal plaatsvinden binnen het transmurale verlofkader, zodat begeleiding en monitoring door het outreach-team van de kliniek nog ingezet kan worden. Het recidiverisico in geval van beëindiging van het toezicht of de maatregel schat de kliniek in als matig tot hoog. Binnen het huidige kader en de interventies die de afgelopen periode zijn ingezet wordt het recidiverisico als laag ingeschat; echter de context (verblijf in [afdeling 1] , beïnvloeding door behandelteams en pro sociaal netwerk) is hierin nog voornamelijk bepalend.
Het advies van extern deskundige [deskundige 1] van 31 augustus 2021 en van extern deskundige [deskundige 2] van 22 september 2021
Psycholoog [deskundige 1] heeft geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. Het komende jaar kan worden benut om beschermende factoren te versterken. Bij adequaat functioneren schat hij in dat over één jaar getoetst kan worden of voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege (opnieuw) aan de orde kan zijn. De psycholoog is van mening dat het incident met de auto geen invloed heeft op de initiële advisering.
Psychiater [deskundige 2] heeft geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. Hij sluit niet uit dat na één jaar sprake is van een dermate bestendige situatie, ook gezien de motivatie van terbeschikkinggestelde, dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege mogelijk zal kunnen zijn. Bij voldoende blijk van stabiliteit en goede samenwerking, eventueel na een positief verlopende periode van proefverlof, zal deze mogelijkheid overwogen kunnen worden.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat en dat hij weer een doel heeft in zijn leven. Hij wil graag samenwonen met zijn vriendin en heeft het idee dat hij door de verpleging van overheidswege wordt tegengewerkt. Hij heeft verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar. De raadsvrouw heeft aangegeven dat het goed met de terbeschikkinggestelde gaat en dat doorstroming naar begeleid wonen gewenst is. De terbeschikkinggestelde is intrinsiek gemotiveerd en toe aan de volgende stap. Dit onderschrijft [afdeling 1] ook en de reclassering is al geruime tijd bij het traject van de terbeschikkinggestelde betrokken. Daarnaast geven beide deskundigen aan dat volstaan kan worden met verlenging met een termijn van één jaar.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank dient te worden bevestigd. De kliniek wenst de koninklijke route te volgen en dat is de aangewezen route, nu de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege in het verleden al een keer is misgegaan. De rechtbank heeft terecht het advies van de kliniek gevolgd en niet de visies van de deskundigen. Voorwaardelijke beëindiging is vooralsnog niet aan de orde.
Het oordeel van het hof
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van met een termijn van één jaar. Het hof ziet in de adviezen van de twee externe gedragsdeskundigen aanleiding om in dit geval van dit uitgangspunt af te wijken teneinde de ontwikkelingen op een kortere termijn te kunnen toetsen, in het bijzonder de voortgang in de resocialisatie.
Aan deze verlenging met één jaar mag de terbeschikkinggestelde niet de verwachting ontlenen dat na afloop van dit jaar de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd of dat de terbeschikkingstelling opnieuw slechts met één jaar zal worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van
21 oktober 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels als voorzitter,
mr. J.A.W. Lensing en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en dr. K. de Wijs-Heijlaerts en drs. I. Troost als raden,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Valé als griffier,
en op 24 februari 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.