Uitspraak
bij de rechtbank: eiseres,
Vivat,
[geïntimeerde] & Co GmbH,
gevestigd te Neuenhaus, Bondsrepubliek Duitsland,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop de procedure bij het hof
- een akte uitlating deskundige van de zijde van Vivat;
- een akte uitlaten deskundigenbericht van de zijde van [geïntimeerde] ;
- een antwoordakte uitlating deskundige van de zijde van Vivat.
2.2. De verdere beoordeling van het geschil
ing. [de deskundige] . Ing. [de deskundige] heeft aangegeven vrij te staan tegenover partijen en heeft zich bereid verklaard een benoeming tot deskundige te aanvaarden. Het hof zal hem tot deskundige benoemen.
a. Door welke oorzaken kan de knik in de brandstofleiding, die door de onderzoekers van HAN is vastgesteld, zijn ontstaan?b. Kan een dergelijke knik (ook) zijn ontstaan bij de reparatie die in november 2007 heeft plaatsgevonden?Zo ja, op welke manier en zou dat bij zorgvuldige uitvoering van de reparatie zijn voorkomen?c. Als een dergelijke knik bij de reparatie ontstaat, hoe groot is de kans dat dit wordt ontdekt wanneer de tractor na de reparatie op vol vermogen wordt getest?Zijn er andere manieren om na de reparatie te testen of een knik in de brandstofleiding is ontstaan?d. Als een dergelijke knik bij de reparatie ontstaat, hoe lang duurt het dan naar verwachting dat bij intensief gebruik van de tractor problemen zich in de brandstoftoevoer voordoen?e. Hoe groot acht u de kans, gelet op wat u heeft vastgesteld over de mogelijke oorzaken van het ontstaan van de vastgestelde knik in de brandstofleiding en het gebruik dat van de tractor is gemaakt, dat de knik bij de reparatiewerkzaamheden is ontstaan? Speelt bij uw oordeel een rol dat ook in de slang van de airco een knik is ontstaan?f. Geeft uw onderzoek u aanleiding tot het maken van opmerkingen die mogelijk van belang zijn voor het oordeel over het geschil tussen partijen?Partijen hebben aangegeven met deze vragen te kunnen instemmen en ing. [de deskundige] heeft verklaard met deze vragen uit de voeten te kunnen, zodat het hof hem deze vragen zal voorleggen.
Vraag bvan [geïntimeerde] komt overeen met de vragen a en b van het hof. In de door [geïntimeerde] geformuleerde subvragen wordt een aantal mogelijke oorzaken gesuggereerd. Het hof gaat ervan uit dat de deskundige die mogelijke oorzaken zal betrekken bij zijn onderzoek. Het hof merkt daarbij wel op dat de subvragen over het (al dan niet verantwoorde) ‘rijgedrag’ van de chauffeur het bestek van het onderzoek van de deskundige te buiten gaan. Dat geldt ook voor de op speculaties gebaseerde vraag over het ‘sleutelen’ of een andere eigen handeling aan de tractor door de chauffeur of een andere medewerker van Westo. De deskundige kan deze subvragen/opmerkingen sowieso buiten beschouwing laten.
Bij zijn antwoord op het tweede deel van vraag b en op vraag c van het hof kan de deskundige de subvragen bij
vraag cvan [geïntimeerde] betrekken.
Het hof gaat ervan uit dat indien de deskundige slechts een beperkte mate van zekerheid kan geven aan zijn antwoorden, bijvoorbeeld omdat een ander antwoord ook zeer goed verdedigbaar is, hij dat tot uitdrukking brengt in de beantwoording van de aan hem gestelde vragen. Daarvan uitgaande heeft
vraag dvan [geïntimeerde] geen meerwaarde.
Voor
vraag evan [geïntimeerde] geldt hetzelfde. De kern van die vraag ligt ook al besloten in de door het hof geformuleerde slotvraag.