Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant]
[appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar deze zaak over gaat, de beslissing van de rechtbank en de grieven
“indien uit het rapport (van bouwtechnische keuring, hof) blijkt dat het verkochte constructieve bouwkundige gebreken vertoont, waarvoor de kosten voor direct noodzakelijk (lees: binnen 12 maanden) herstel meer dan € 20.000,-- bedragen”. Herstelkosten tussen de € 5.000 en € 20.000 zouden worden verdisconteerd in de koopprijs. Op 23 juni 2017 heeft de bouwtechnische keuring plaatsgevonden, waarvan een VEH-rapport aan [geïntimeerden] c.s. is uitgebracht [2] . Het rapport merkte bij het metselwerk op onder Bevindingen:
“Constructieve scheurvorming. Opmerking: De oorzaak van de aangetroffen scheurvorming is op basis van de visuele inspectie niet vast te stellen. Daarbij is het niet duidelijk of deze gestabiliseerd is. Wij adviseren u een specialist in te schakelen”en onder Maatregelen
: “Keuring door een specialistisch bedrijf noodzakelijk. De maatregel is afhankelijk van het onderzoek.”Op 3 januari 2018 is de eigendom van de woning overgedragen. Na bezoek van de aannemer op 23 maart 2018, die aan de achterzijde een aanbouw moest realiseren, zijn er bij hem en [geïntimeerden] c.s. vragen gerezen over de fundering. [geïntimeerden] c.s. hebben een funderingsonderzoek laten instellen door [naam1] [3] , die daarover op 22 mei 2018 [4] en op 18 april 2019 [5] schriftelijk heeft gerapporteerd. Bij op 22 april 2018 gedateerde brief [6] hebben [geïntimeerden] c.s. [appellanten] c.s. op dit punt aansprakelijk gesteld. [appellanten] c.s. hebben tegenrapporten laten uitbrengen door Van der Wal & Joosten op 21 februari 2020 [7] , door de NVM op 9 oktober 2019 [8] en door IFCO [9] op 3 december 2019 [10] . Vanaf april 2019 hebben [geïntimeerden] c.s. de gehele fundering rondom laten ondersteunen en de aanbouw gerealiseerd.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“Zijn er (gerepareerde) schuren/beschadigingen in/aan de gevels aanwezig?”geantwoord met
“ja (…) Op diverse plaatsen. We hebben zelf nooit scheuren laten voegen”.Op vraag 5C
“Zijn er (gerepareerde of verborgen) scheuren en/of beschadigingen in/aan de vloeren, plafonds en/of wanden aanwezig?”hebben [appellanten] c.s. ontkennend geantwoord. Op vraag 6A
“Is er sprake (geweest) van gebreken aan de fundering? Zo ja, waar?”hebben [appellanten] c.s. geschreven:
“Verzakking oostgevel achterzijde”.
vast dat de woning aan de rechter achterzijde historisch gezien aanzienlijke zettingen heeft ondergaan. De fundering heeft op die locatie onvoldoende draagkracht gehad. in de rechterzijgevel en achtergevel is een aanzienlijke hoeveelheid (herstelde) scheurvorming aanwezig. Het kozijn van de openslaande tuindeuren is fors vervormd onder invloed van het wegzakken van de hoek van de woning.
aansprakelijk gesteld voor het veroorzaken van diverse scheuren en kieren in onze woning door het gebruik van veel te zwaar materieel in onze straat. Ik ben hierin niet de enige! Naar ik van sommige van jullie heb begrepen is er vrijwel geen enkel huis zonder kleerscheuren vanafgekomen...”
“8.1 Beoordeling bevindingen en meetresultaten
“8.2 Conclusie”:
“8.3 Advies
"Houten paalfunderingen onder gebouwen"van oktober 2016 [19] is onjuist toegepast door [naam1] , want er is slechts één in plaats van de voorgeschreven twee inspectieputten gegraven en bovendien aan de zijde van de verzakking, waardoor een slecht monster daar ook kon worden verwacht. Het onderzoek is niet volledig geweest omdat er geen onderzoek is gedaan naar de scheefstand van de woning en de lintvoeg- en vloer-waterpassingen, waardoor er geen inzicht is of er een structurele dan wel lokale scheefstand was en aldus niet hard genoeg is aan te geven hoe snel funderingsherstel was vereist. Slechts één van de door [naam1] geteste funderingspalen in de inspectieput is gebrekkig en gelet op de onderzoeksresultaten is het voorbarig om er van uit te gaan dat de gehele fundering gebrekkig was. De herkomst van de informatie in het rapport van [naam1] is onduidelijk. Ten slotte concludeert IFCO:
“Rapport [naam1] was niet volledig genoeg voor de beslissing om de gehele paalfundering te vervangen. Daarvoor had meer onderzoek uitgevoerd moeten worden, zodat een breder draagvlak was ontstaan voor het al of niet uitvoeren van structureel funderingsherstel.”
4.De slotsom
5.De beslissing
roldatum 8 februari 2022voor, zo mogelijk gelijktijdig te nemen, akten van [appellanten] c.s. en [geïntimeerden] c.s. naar aanleiding van rov. 3.13, 3.15, 3.16 en 4.1;