In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 februari 2022 geoordeeld over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1972, die verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank Den Haag had eerder op 28 september 2021 besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Het hof bevestigt deze beslissing, waarbij het uitgangspunt is dat de verlenging noodzakelijk is wanneer de behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag nemen dan de resterende tijd bij een kortere verlenging. De terbeschikkinggestelde heeft vooruitgang geboekt in haar behandeling, maar het hof acht het niet realistisch om te verwachten dat alle stappen in het verloftraject binnen een jaar kunnen worden afgerond. De kliniek werkt aan een vervolgtraject en het hof gaat ervan uit dat indien nodig tijdig stappen zullen worden gezet voor een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Het hof concludeert dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd, gezien de chronische problematiek van de terbeschikkinggestelde en de noodzaak voor een goede basis voor haar vervolgtraject.