ECLI:NL:GHARL:2022:11174
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling en de hardheidsclausule
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, die op 24 oktober 2022 het verzoek van [appellant] had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat [appellant] onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zou nakomen en dat hij zich zou inspannen om baten voor de boedel te verwerven. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de schuldenlast van [appellant], die op 12 september 2022 € 24.583,94 bedroeg, en zijn recente werkgelegenheid. Het hof concludeerde dat [appellant] niet te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden, en dat hij onvoldoende inspanningen had geleverd om zijn financiële situatie te verbeteren. De door [appellant] aangevoerde omstandigheden voor toepassing van de hardheidsclausule werden door het hof niet als voldoende overtuigend beschouwd. Het hof oordeelde dat het verzoek om toelating tot de schuldsaneringsregeling niet kon worden toegewezen, en bekrachtigde het eerdere vonnis van de rechtbank.