ECLI:NL:GHARL:2022:11163
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Toewijzing bewijsaanbod in geschil over mondelinge geldleningsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die stelt dat hij een mondelinge geldleningsovereenkomst is aangegaan met geïntimeerde. Appellant heeft een bedrag van € 38.000 geleend en eist terugbetaling, maar geïntimeerde betwist dit. De rechtbank heeft de vorderingen van appellant afgewezen, omdat hij onvoldoende bewijs had geleverd voor het bestaan van de overeenkomst. In hoger beroep heeft appellant schriftelijke verklaringen ingebracht ter ondersteuning van zijn stellingen, maar het hof oordeelt dat deze verklaringen nog niet voldoende zijn om de feiten vast te stellen. Het hof laat appellant toe om bewijs te leveren, maar benadrukt dat het niet vooruitloopt op de waarde van de verklaringen. Het hof houdt verdere beslissingen aan en bepaalt dat getuigen zullen worden gehoord om de feiten te bewijzen. De zaak is behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de uitspraak is gedaan op 27 december 2022.