Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schorsing en beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar twee minderjarige kinderen, geboren in 2020. De moeder had eerder alleen het gezag over de kinderen, maar er waren ernstige zorgen over haar opvoedingsvaardigheden en de veiligheid van de kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming had in augustus 2020, voorafgaand aan de geboorte van de kinderen, een onderzoek gestart naar de opvoedingssituatie van de moeder, die al eerder problemen had gehad met de zorg voor haar oudste dochter. De moeder verbleef met de kinderen in een moeder-kind-voorziening, maar vertrok zonder overleg naar Curaçao, wat leidde tot een schorsing van haar gezag. Het hof oordeelde dat de schorsing van het gezag rechtmatig was en dat de moeder haar gezag had misbruikt door de belangen en veiligheid van de kinderen in gevaar te brengen. De moeder had onvoldoende verandering laten zien in haar opvoedingsvaardigheden, ondanks de geboden hulpverlening. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikkingen van de rechtbank, die het ouderlijk gezag van de moeder had beëindigd en de GI tot voogd had benoemd. De moeder had geen grieven ingediend tegen de benoeming van de GI, waardoor dit onderdeel niet werd besproken.