ECLI:NL:GHARL:2022:10982
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- J.H. Lieber
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- D.M.I. de Waele
- Rechtspraak.nl
Incident schorsing in hoger beroep met betrekking tot executie van vonnis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een incident ex artikel 351 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De appellante, die in eerste aanleg gedaagde was, verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van 25 mei 2022. De appellante stelde dat zij met haar kind op straat zou komen te staan en dakloos zou worden als haar woning executoriaal verkocht zou worden. Echter, het hof oordeelde dat er geen sprake meer was van een dreiging van dakloosheid, aangezien de appellante inmiddels een huurwoning had gevonden. Het hof weegt de belangen van de partijen en concludeert dat het belang van de appellante bij behoud van de bestaande toestand niet zwaarder weegt dan het belang van Crown, de geïntimeerde, om het vonnis ten uitvoer te leggen. De stelling van de appellante dat Crown had geweigerd om executiemaatregelen uit te stellen, werd ook niet als voldoende reden gezien om de belangenafweging in haar voordeel te doen uitvallen. De vordering tot schorsing werd afgewezen, en de appellante werd veroordeeld in de kosten van het incident, vastgesteld op € 787,- voor salaris advocaat. Het hof bepaalde dat de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevindt.