Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
rechtbanknaast het uitspreken van de echtscheiding, kort samengevat:
- bepaald dat met ingang van de datum van de beschikking de vrouw aan de man € 8,50 per kind per maand zal betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen;
- bepaald dat de man met ingang van 7 april 2019 huurder zal zijn van de echtelijke woning in [woonplaats2] ;
- de wijze van verdeling van de ontbonden gemeenschap van goederen gelast;
- een regeling ter verdeling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken ten aanzien van de kinderen vastgesteld;
- bepaald dat de vrouw de man informeert en consulteert over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de kinderen en hun vermogen;
- voormelde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- bepaald dat ieder de eigen kosten van de procedure draagt;
- het meer of anders verzochte afgewezen,
kantonrechteruitvoerbaar bij voorraad bepaald:
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
herfstvakantiebij de man, die de kinderen haalt van en terugbrengt naar de vrouw;
kerstvakantiein de
onevenjaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man en in de
evenjaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw. De ouder bij wie de kinderen verblijven brengt ze naar de andere ouder.
voorjaarsvakantiebij de man, die de kinderen haalt van en terugbrengt naar de vrouw;
meivakantiein de
onevenjaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man, in de
evenjaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw. De ouder bij wie de kinderen verblijven brengt ze naar de andere ouder;
zomervakantiein de
onevenjaren de eerste twee weken bij de vrouw, de daarop volgende twee weken bij de man, de daarop volgende week bij de vrouw en de daarop volgende week bij de man. De ouder bij wie de kinderen verblijven brengt ze naar de andere ouder. In de
evenjaren de eerste twee weken bij de man, de daarop volgende twee weken bij de vrouw, de daarop volgende week bij de man en de daarop volgende week bij de vrouw. De ouder bij wie de kinderen verblijven brengt ze naar de andere ouder.
6.De slotsom
7.De beslissing
herfstvakantiebij de man, die de kinderen haalt van en terugbrengt naar de vrouw;
kerstvakantiein de
onevenjaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man en in de
evenjaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw. De ouder bij wie de kinderen verblijven brengt ze naar de andere ouder.
voorjaarsvakantiebij de man, die de kinderen haalt van en terugbrengt naar de vrouw;
meivakantiein de
onevenjaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man, in de
evenjaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw. De ouder bij wie de kinderen verblijven brengt ze naar de andere ouder;
zomervakantiein de
onevenjaren de eerste twee weken bij de vrouw, de daarop volgende twee weken bij de man, de daarop volgende week bij de vrouw en de daarop volgende week bij de man. De ouder bij wie de kinderen verblijven brengt ze naar de andere ouder. In de
evenjaren de eerste twee weken bij de man, de daarop volgende twee weken bij de vrouw, de daarop volgende week bij de man en de daarop volgende week bij de vrouw. De ouder bij wie de kinderen verblijven brengt ze naar de andere ouder;