Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Regiecentrum Bescherming en Veiligheid(de GI),
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2015, bij de vader. De moeder, die in hoger beroep ging tegen de beschikking van de kinderrechter van 10 juni 2022, betwistte de uithuisplaatsing en stelde dat zij onvoldoende gelegenheid had gekregen om haar standpunt naar voren te brengen. De moeder verzocht om de beschikking van de kinderrechter te vernietigen en de minderjarige per direct terug te plaatsen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat, en de vader en de gecertificeerde instelling (GI) ook vertegenwoordigd waren. De moeder heeft gebruik gemaakt van een tolk tijdens de zitting. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds de eerdere beschikking bij de vader verblijft en dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van het kind, die aanleiding gaven voor de uithuisplaatsing.
Het hof oordeelde dat de uithuisplaatsing nog steeds noodzakelijk is, gezien de zorgen over de thuissituatie bij de moeder en het gebrek aan samenwerking tussen de ouders. Het hof benadrukte dat de moeder moet samenwerken met de vader, de GI en andere professionals om de situatie te verbeteren. De beslissing van de kinderrechter werd bekrachtigd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.