ECLI:NL:GHARL:2022:10387
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest inzake onderzoekswensen met betrekking tot Encrochat in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 december 2022 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, geboren in 1983 en thans verblijvende in P.I. Lelystad, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 15 maart 2022. Dit tussenarrest betreft de beslissingen van het hof op de onderzoekswensen van de verdediging met betrekking tot de interceptie van Encrochat-berichten. De verdediging heeft verzocht om aanhouding van de regiezitting in afwachting van antwoorden van de Hoge Raad op prejudiciële vragen over Encrochat. Het hof heeft dit verzoek afgewezen, omdat het zich in een regiefase bevindt en de onderzoekswensen niet toereikend zijn onderbouwd.
Het hof heeft de verzoeken van de verdediging om getuigen te horen en stukken toe te voegen aan het dossier afgewezen. De verdediging stelde dat de rechtmatigheid van de interceptie van Encrochat-berichten ter discussie staat en dat er onvoldoende informatie is over de rol van Nederland in het onderzoek. Het hof oordeelt dat de Nederlandse strafrechter de rechtmatigheid van Franse onderzoekshandelingen niet toetst op basis van het vertrouwensbeginsel in interstatelijke samenwerking. Het hof concludeert dat er geen aanwijzingen zijn dat de Encrochat-data onrechtmatig zijn verkregen en dat de verzoeken van de verdediging niet noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de zaak.
Het hof heropent het onderzoek, wijst de verzoeken af en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd, met de opdracht om de verdachte op een later tijdstip op te roepen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en twee raadsheren aanwezig waren, en is op 2 december 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.