In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 9 juli 2021. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2014, opgelegd door de Inspecteur van de Belastingdienst. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld, maar het Hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is vanwege termijnoverschrijding. De termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift bedraagt zes weken en begon op 10 juli 2021, na verzending van de uitspraak door de rechtbank. Belanghebbende stelde dat hij het hogerberoepschrift op 27 juli 2021 op de post heeft gedaan, maar het Hof heeft vastgesteld dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ontvangen. Belanghebbende heeft geen bewijs kunnen leveren dat het hogerberoepschrift daadwerkelijk op tijd is verzonden. Het Hof heeft geconcludeerd dat de niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep gerechtvaardigd is, omdat belanghebbende niet in zijn bewijslast is geslaagd. De uitspraak van het Hof is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.