Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: verzoeker,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een mentorschap. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. C.C. Sneper, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, waarin een mentorschap was ingesteld voor betrokkene. Betrokkene is echter overleden na de mondelinge behandeling, wat de vraag opriep of verzoeker nog belang had bij de beoordeling van het hoger beroep. Het hof overweegt dat op grond van artikel 3:303 BW een voldoende concreet belang vereist is voor de beoordeling van het hoger beroep. Aangezien betrokkene is overleden, kan het verzoeker niet meer worden bereikt om als mentor benoemd te worden. Het hof concludeert dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek in hoger beroep, omdat hij geen belang meer heeft bij de uitspraak. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.