Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verweerschrift namens de vrouw met bijlage(n);
- een journaalbericht namens de man van 2 september 2020 met bijlage(n);
- een journaalbericht namens de man van 18 maart 2021 met bijlage(n);
3.De feiten
- bepaalt dat de man de eenmanszaak [naam1] te [woonplaats1] zal voortzetten;
- bepaalt dat de activa van voormelde eenmanszaak aan de man zullen worden toebedeeld
- wijst het meer of anders gevraagde af;
- compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat de man en de vrouw hun eigen
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Het staat vast dat de man de eenmanszaak na de datum van ontbinding van de huwelijksgemeenschap (de datum van de indiening van het echtscheidingsverzoek) heeft voortgezet en niet is betwist dat de vrouw in elk geval vanaf dat moment geen invloed heeft gehad op de genomen beslissingen met betrekking tot die eenmanszaak. Naar het oordeel van het hof brengen de redelijkheid en billijkheid onder deze omstandigheden mee dat voor het bepalen van de waarde van de onderneming van de datum van ontbinding van de huwelijksgemeenschap (3 februari 2017) moet worden uitgegaan, zodat de uit de eenmanszaak voortvloeiende winsten en verliezen vanaf die datum voor rekening en risico van de man komen.