In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, die op 28 mei 2021 de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen. Het hof baseert deze beslissing op het advies van een onafhankelijke psychiater en aanvullende informatie van de reclassering, waaruit blijkt dat het recidiverisico van de terbeschikkinggestelde zodanig is teruggebracht dat het verantwoord is om de maatregel te beëindigen.
De terbeschikkinggestelde, geboren in 1984, heeft in de afgelopen periode positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Hij heeft een zelfstandige woning betrokken in ’s-Hertogenbosch en de overdracht van hulpverlening is geregeld. De onafhankelijke psychiater heeft in haar rapportage van 4 maart 2021 geadviseerd om de maatregel te beëindigen, mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan. Het hof heeft vastgesteld dat aan deze voorwaarden is voldaan, en dat de terbeschikkinggestelde in staat is om zonder de maatregel verder te functioneren.
De advocaat-generaal heeft gepleit voor bevestiging van de beslissing van de rechtbank, maar het hof is van mening dat de veiligheid van anderen niet langer een verlenging van de terbeschikkingstelling vereist. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen, waardoor de terbeschikkinggestelde weer in vrijheid kan terugkeren in de maatschappij.