Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. S.G.H. Langeweg, naar voren is gebracht.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 28 februari 2017. De rechtbank had de ontnemingsvordering afgewezen, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie tegen een verdachte die in een eerdere strafzaak was vrijgesproken van het medeplegen van een woninginbraak, waarbij een bedrag van € 200.000,- zou zijn buitgemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat, op grond van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, omdat er geen veroordeling was in de strafzaak. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een bedrag van € 197.400,- ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel had geëist, verworpen. De uitspraak van het hof is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.