Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, geboren in 2015 en 2017, van wie de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen. De kinderen zijn sinds juli 2018 geplaatst bij een pleegmoeder, en de ondertoezichtstelling is herhaaldelijk verlengd. De ouders hebben in hoger beroep de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing aangevochten, met het verzoek om een deskundige te benoemen om de situatie te onderzoeken. Het hof heeft vastgesteld dat de gecertificeerde instelling (GI) anderhalf jaar geleden heeft besloten niet meer te werken aan terugplaatsing van de kinderen bij de ouders. De ouders hebben echter verbeteringen in hun situatie gerapporteerd en zijn van mening dat de GI niet objectief is in haar beoordeling. Het hof oordeelt dat, indien de GI niet meer werkt aan terugplaatsing, er een noodzaak is om de situatie van de ouders en de kinderen grondig te onderzoeken. Het hof heeft besloten een deskundige te benoemen om de opvoedingsvaardigheden van de ouders en de ontwikkeling van de kinderen te onderzoeken. De deskundige zal ook de vraag beantwoorden of terugplaatsing van de kinderen bij de ouders in hun belang is. De beslissing van het hof is dat de ouders en de GI vóór 19 oktober 2021 moeten aangeven of zij instemmen met de benoeming van de deskundige en de onderzoeksvragen.