AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Schadevergoeding en tekortkoming in overeenkomst bij rood-voor-roodregeling tussen agrarische partijen
In deze zaak hebben partijen een overeenkomst gesloten in het kader van de rood-voor-roodregeling, waarbij de appellant zijn agrarische gebouwen zou inleveren zodat Deloebas B.V. haar bedrijf kon uitbreiden. De uitvoering van deze overeenkomst vereiste medewerking van de gemeente en een herziening van het bestemmingsplan. De overeenkomst is echter niet uitgevoerd, wat heeft geleid tot een geschil over de nakoming en de daaruit voortvloeiende schade. Het hof oordeelt dat Deloebas B.V. tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en daardoor schadeplichtig is. De schade wordt benaderd als kansschade, waarbij het hof de kans dat de overeenkomst uitgevoerd had kunnen worden op 50% stelt. Het hof wijst een schadevergoeding toe aan de appellant, waarbij het bedrag van de schade wordt vastgesteld op € 92.004,62, na aftrek van een eerder betaalde boete van € 57.000. Daarnaast worden de kosten van het deskundigenrapport, ter hoogte van € 6.500, voor rekening van Deloebas B.V. gebracht. Het hof bekrachtigt grotendeels het eindvonnis van de rechtbank, maar vernietigt de afwijzing van de schadevordering en de toewijzing van de kosten van de deskundige aan de appellant. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Voetnoten
1.Voluit: Beleidsregel functieverandering in het buitengebied Gemeente Brummen 2009,vastgesteld bij raadsbesluit van 18 februari 2010
2.Productie 8 bij dagvaarding eerste aanleg
3.Productie 9 bij dagvaarding eerste aanleg
4.Zie ook stap 3 in het stappenplan, productie 31 bij dagvaarding in eerste aanleg
5.Beroep op artikel 6:248 lid 2 BW onder nummer 99 van de conclusie van antwoord
6.Wat mogelijk is op grond van artikel 4.84 Awb: Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
7.Rapport van mr. E.M. Hendriksen d.d. 17 oktober 2019
8.Zie p. 7 en 8 van het rapport, waar het springende punt is dat de beleidsregels zich specifiek richten op functieverandering naar wonen en woonwerkcombinaties. De ontwikkeling die op basis van de maatwerkoplossing mogelijk moet worden gemaakt, wijkt daarmee in de basis af van het beleid. Het gebruiken van ‘sloopmeters’ voor de uitbreiding van een bestaand niet-agrarisch bedrijf, is niet gereguleerd in de beleidsregels en valt daarmee niet onder het toepassingsbereik van de regeling.
9.Vgl. de slotopmerking van de deskundige: Mijn ervaring is dat ook niet-passende
10.Zie p. 17 van het rapport
11.Ruimtelijke verordening Gelderland, in werking getreden op 22 januari 2011. Deze
12.De Omgevingsverordening Gelderland is door Provinciale Staten op 24 september 2014
13.Zie p. 12 van het rapport: In de Omgevingsverordening vastgesteld op 24 september 2014 zijn geen specifieke regels (meer) opgenomen voor uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven dan wel functieveranderingsmogelijkheden bij vrijgekomen agrarische bebouwing. Dit betekent dat een concreet benoemde normatieve provinciale barrière voor uitbreiding van het niet-agrarische bedrijf vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingsverordening.
14.[appellant] verwees naar: Ex durante evaluatie Wet ruimtelijke ordening: Eerste resultaten van het Planbureau voor de Leefomgeving, p. 79 en Ex durante evaluatie Wet ruimtelijke ordening: tweede rapportage van het Planbureau voor de Leefomgeving, p. 72.
15.Indexering koopsommen vanaf moment van ondertekening van de voorovereenkomst conform de