ECLI:NL:GHARL:2021:8973
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over tijdelijke omgangsregeling na verhuizing van een ouder met eenhoofdig gezag
In deze zaak gaat het om een kort geding in hoger beroep dat is aangespannen door de vader van een minderjarige, die in een situatie van eenhoofdig gezag door de moeder met de minderjarige is verhuisd. De ouders zijn het erover eens dat de vader gezag zal krijgen, maar de moeder heeft zonder dat dit was geregeld, de minderjarige meegenomen naar een andere woonplaats. Het hof heeft een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat er onvoldoende zicht is op de belangen van de minderjarige. In afwachting van de bodemprocedure moet de situatie van de minderjarige zo min mogelijk veranderen. Dit betekent dat de minderjarige terug moet naar zijn oude omgeving en bij de vader zal verblijven totdat de moeder terug verhuist. De vader heeft in het hoger beroep vorderingen gedaan om de tijdelijke omgangsregeling vast te stellen, waarbij de minderjarige doordeweeks bij hem verblijft en in de weekenden bij de moeder. De moeder heeft in incidenteel hoger beroep gevorderd dat de vader meer omgang zou hebben. Het hof heeft de tijdelijke omgangsregeling vastgesteld en de vorderingen van de moeder afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.