Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[naam1] Bewindvoering,
[naam2] Bewindvoering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een bewindvoerder, [verzoeker], voor schade die de onder bewind gestelde, [naam3], heeft geleden door tekortkomingen in de zorg van de bewindvoerder. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 23 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland van 26 januari 2021 bekrachtigt. De kantonrechter had [verzoeker] veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 3.043,72 aan [naam3]. Het hof oordeelt dat [verzoeker] tekortgeschoten is in zijn zorgplicht als bewindvoerder, doordat hij niet heeft gezorgd voor een correcte afdracht van bedragen boven de beslagvrije voet en niet heeft gezorgd voor een minnelijke schuldregeling voor [naam3]. Het hof stelt vast dat [naam3] hierdoor schade heeft geleden, die het hof begroot op het verschil tussen de onterecht afgedragen bedragen en wat er afgedragen had moeten worden in het kader van een schuldregeling. Het hof wijst het beroep van [verzoeker] op gezag van gewijsde af, omdat de eerdere beslissing van de kantonrechter niet bindend is in deze zaak. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad en [verzoeker] wordt veroordeeld in de proceskosten van [verweerder].