In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van een accountant, [geïntimeerde] Accountants en Belastingadviseurs B.V., voor een liquiditeitsbegroting die zij had opgesteld ter voorbereiding op de verkoop van aandelen in [appellante] Food Processing Machinery B.V. De procedure volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waar de kantonrechter de tegenvordering van [appellante] ongegrond had verklaard en de vordering van [geïntimeerde] had toegewezen. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] als accountant werkzaamheden heeft verricht voor [appellante], maar dat de liquiditeitsbegroting niet ondeugdelijk was, ondanks dat de uiteindelijke resultaten niet overeenkwamen met de prognose. Het hof oordeelde dat de accountant niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de gevolgen van de niet behaalde resultaten, omdat de oorzaken van de tegenvallende resultaten niet aan [geïntimeerde] konden worden toegerekend. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellante] in de kosten van het hoger beroep.