Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de grondslag van een bewind. De rechthebbende, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de kantonrechter, verzoekt om wijziging van de grondslag van het bewind naar aanleiding van zijn lichamelijke of geestelijke toestand. De kantonrechter had eerder het verzoek tot wijziging van de grondslag afgewezen en het bewind opgeheven per 1 mei 2021, omdat de rechthebbende geen problematische schulden meer had. De rechthebbende stelt echter dat hij niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen waar te nemen en dat hij de hulp van een bewindvoerder nodig heeft. Het hof heeft de argumenten van de rechthebbende en de bewindvoerder in overweging genomen, waarbij is vastgesteld dat de rechthebbende onvoldoende in staat is om zelfstandig zijn financiële zaken te regelen. Het hof concludeert dat er voldoende grond is voor het voortzetten van het bewind op basis van de lichamelijke of geestelijke toestand van de rechthebbende. Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de kantonrechter en wijzigt de grondslag van het bewind, zodat de rechthebbende onder beschermingsbewind blijft.