Uitspraak
bij de rechtbank: eiser,
[appellant],
NAM,
1.De verdere procedure bij het hof
2.Wisseling van raadsheer, nieuwe producties en wijziging van eis
2.3 [appellant] heeft in zijn akte na deskundigenbericht zijn eis gewijzigd. In de memorie van grieven heeft hij (onder meer) gevorderd dat NAM veroordeeld wordt tot betaling van
€ 316.074,68 (incl. btw), althans een door het hof te begroten bedrag, wegens de kosten van versterkingsmaatregelen. In de akte na deskundigenbericht vordert hij voor deze schadepost, de kosten van de versterking, een door het hof te begroten bedrag tussen € 316.074,68 (incl. btw) en € 562.431,- (incl. btw), te vermeerderen met 20% vanwege een stijging van de bouwkosten.
3.Het geschil en de tussenarresten van 16 juli 2019 en 22 oktober 2019
- Nadat in 2013 en 2014 schade aan de boerderij was ontstaan, heeft [appellant] plan A stilgelegd. Hij heeft laten onderzoeken (door Wiertsema en Nanninga) welke versterkingen nodig waren om de overeenkomstig plan A te verbouwen boerderij aardbevingsbestendig te maken. Het aangepaste plan, dat voorzag in het aanbrengen van een betonnen plaat onder de boerderij, is plan B;
- Uit latere rapporten (van Goudstikker-de Vries en Wiertsema) volgde dat plan B niet voldoende is om de boerderij aardbevingsbestendig te maken. Er is een nieuw plan ontwikkeld dat wel aardbevingsbestendig is, plan C. Plan C voorziet in sloop van de boerderij en in de bouw van een nieuwe, onderkelderde, boerderij.
Volgens [appellant] dient NAM het verschil in bouwkosten tussen plan A en plan C te vergoeden, waarbij wel rekening moet worden gehouden met de verbeteringen (voordelen) die plan C ten opzichte van plan A heeft.
- NAM is op grond van artikel 6:177 BW aansprakelijk voor de schade die [appellant] lijdt door beweging van de bodem als gevolg van de gaswinning door NAM (5.3);
- Op grond van artikel 6:184 lid 1 onder a BW is NAM aansprakelijk voor de kosten van redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van aardbevingsschade wanneer sprake is van een ernstige en onmiddellijke dreiging van dergelijke schade. Daarbij dient wel een dubbele redelijkheidstoets te worden gehanteerd (5.4);
- Ook nog te maken kosten van versterkingsmaatregelen vallen onder het bereik van artikel 6:184 BW (5.5 en 5.6);
- Er is nog steeds sprake van een ernstige en onmiddellijke dreiging (5.7);
- Maatregelen die op grond van de NPR 9998 bij de verbouwing of nieuwbouw van een gebouw worden genomen, zijn in beginsel redelijk. Als de kosten van die maatregelen niet in een redelijke verhouding staan tot de kosten van ver- of nieuwbouw kan dat anders zijn (5.9);
- NAM is in beginsel aansprakelijk voor de kosten van realisering van plan C die het gevolg zijn van de versterkingsmaatregelen die op grond van de NPR 9998 moeten worden genomen; (5.10). Maar het is ook mogelijk dat NAM aansprakelijk is voor (een deel van) de meerkosten tussen plan A en plan C, zoals [appellant] vordert. Daarvoor is nodig dat komt vast te staan dat renovatie van de boerderij conform plan A (en plan B) niet mogelijk is vanwege de maatregelen die genomen moeten worden om de boerderij aardbevingsbestendig te maken (genormeerd volgens de NPR 9998). Er dient dan wel rekening te worden gehouden met het voordeel dat [appellant] heeft van het feit dat nieuwbouw in plaats van renovatie plaatsvindt (5.11);
- Het is voldoende aannemelijk dat [appellant] plan A daadwerkelijk wilde realiseren en dat door niet aan hem toe te rekenen omstandigheden plan A nog niet gerealiseerd was toen, in 2015, de NPR 9998 was ontwikkeld (5.12 - 5.15);
- Indien plan A, los van het risico op aardbevingsschade, niet kon worden gerealiseerd omdat de constructie (fundering) tekortschoot, heeft [appellant] geen aanspraak op de kosten die gemoeid zijn met verbetering van de constructie, uiteraard wel op de meerkosten die het gevolg zijn van toepassing van de normen van de NPR 9998 (5.16);
- Gelet op het verschil van mening over tal van technische aspecten, is een onderzoek door deskundigen noodzakelijk (5.17 e.v.).
4.4. Hoe nu verder?
- Bij realisering van plannen A en B zouden, ook wanneer geen rekening zou moeten worden gehouden met het risico op aardbevingen, (naar het hof uit het rapport opmaakt: forse) aanpassingen moeten worden gerealiseerd ter verbetering van de constructie en fundering.
- Daarnaast zouden aanpassingen moeten worden gerealiseerd om deze plannen aardbevingsbestendig te maken. De directe kosten van deze aanpassingen bedragen
- afgerond - € 145.000,-, de totale kosten - afgerond - € 560.000,-.
- De kosten van plan C zijn hoger dan wanneer bij dit plan geen rekening hoeft te worden gehouden met het risico op aardbevingen. Omdat zij niet over de daarvoor noodzakelijke informatie beschikten, konden de deskundigen deze meerkosten niet vaststellen.
- Plan C en plan A zijn eigenlijk niet te vergelijken. Plan C is wel een verbetering in vergelijking met plan A.
Deskundige [naam1] heeft aangegeven bereid te zijn medewerking te verlenen aan een dergelijke comparitie van partijen. Hij zal worden bijgestaan door ir. [naam3] , die in overleg met de beide deskundigen werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van het onderzoek. Deskundige [naam2] is om medische redenen niet in staat een comparitie van partijen bij te wonen.
Het hof zal aan het slot van de comparitie een beslissing nemen over de vergoeding van de kosten van deskundigen.