Uitspraak
Stichting Innoforte,
1.De procedure bij de kantonrechter
2.De procedure in hoger beroep
3.De beoordeling van het hoger beroep
Voor de komende periode zien we dat [verzoeker] een rol heeft bij de afdeling [afdeling] , echter niet als de kwartiermaker of leidinggevende. Als senior hechten we wel aan zijn inzet om samen met [naam1](hof: [functie1] van Innoforte voor de fusie)
en de andere medewerkers te zorgen voor een succesvolle integratie van de twee afdelingen tot een goed lopende afdeling voor de nieuwe organisatie.
Besturingsvisie en voorlopige organisatie- en overlegstructuur in 2020” dat de huidige [functie1] van Vreedenhoff ( [verzoeker] ) vanaf begin maart 2020 in de rol van [functie2] zou gaan werken. Het hof gaat er daarom in de hypothetische situatie vanuit dat [verzoeker] vanaf begin maart 2020 als [functie2] zou gaan zijn werken. Dat hij in die functie niet naar tevredenheid zou presteren is niet aannemelijk (geworden). [verzoeker] was een ervaren [functie1] , die bij Vreedenhoff in die functie naar tevredenheid heeft gefunctioneerd, en uit het verslag van het functioneringsgesprek van 9 september 2019 blijkt dat [verzoeker] in de visie van Vreedenhoff analytisch sterk op control-vlak en deskundig was. De kritiek van Innoforte richtte zich er vooral op dat hij er als [functie1] niet in slaagde management en staf mee te nemen en van juiste informatie te voorzien, maar dat hij in de (lagere) functie van tweede [functie1] / [functie2] niet zou functioneren is niet aannemelijk geworden. De verstoorde arbeidsverhouding is ontstaan doordat Innoforte verwijtbaar vroegtijdig het vertrouwen in [verzoeker] heeft opgezegd, zo blijkt uit wat hiervoor is overwogen. Als dat niet was gebeurd is aannemelijk dat [verzoeker] in de nieuwe functie tot zijn pensioengerechtigde leeftijd (13 juni 2022) bij Innoforte had kunnen blijven werken, zoals ook (voor Innoforte kenbaar) zijn intentie was.