Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Waar gaat de zaak over en wat vindt het hof?
3.De feiten
januari 2018 zijn onderneming verplaatst naar het bedrijfspand.
- € 2.400,- excl. btw voor het inventariseren, inpakken, leegruimen en vervoeren van de eigendommen van [appellant] naar en opslaan in een bewaakte opslag,
- € 400,- excl. btw voor kleine reparatie- en schoonmaakwerkzaamheden en een schoon en gebruiksklare oplevering,
- € 3.150,- excl. btw voor huur van een bewaakte opslag van de eigendommen van [appellant] voor de periode juni t/m november 2019 (€ 525,- excl. btw per maand).
4.De procedure bij de kantonrechter
5.De beoordeling
grieven I en II) tegen het oordeel van de kantonrechter dat er een huurovereenkomst tussen partijen was en dat [appellant] over een periode van 14 maanden huur verschuldigd is aan [geïntimeerde] . Zijn derde bezwaar (
grief III) ziet op de afwijzing van zijn vordering tot afgifte van zijn eigendommen. Het vierde bezwaar van [appellant] (
grief IV) keert zich tegen de veroordeling tot betaling van de kosten voor het inventariseren, fotograferen en transporteren van zijn eigendommen naar een opslagruimte en de huur van die opslagruimte.
grief I) en tegen de gedeeltelijke afwijzing van een vergoeding van de kosten van opslag van de goederen in een bewaakte opslagruimte (
grief II). [geïntimeerde] heeft in hoger beroep haar eis vermeerderd en vordert nu ook aanvullende opslagkosten van € 4.725,- (excl. btw) voor de periode december 2019 t/m augustus 2020 en van € 525,- (excl. btw) voor elke op augustus 2020 volgende maand tot het moment waarop de noodzaak om de eigendommen van [appellant] bewaakt op te slaan is opgeheven, vermeerderd met wettelijke rente en afgifte van de contactsleutels van twee motoren en de daarbij behorende kentekenpapieren.
“
10 juni 2018 hadden wij [geïntimeerde]en [appellant]uitgenodigd om te komen barbecueën. (…) Het gesprek ging over uiteenlopende onderwerpen zo ook over het werk. [appellant] was toen in het Golfpark in Lelystad een veranda aan het bouwen. Hij was bezig zijn bedrijf “ [naam4] ” op te zetten en vertelde dat hij een pand had gehuurd bij [geïntimeerde]”. [naam5] heeft verklaard: “
Ik heb samen met mijn man een zaak in Lelystad (…) [appellant]komt al sinds de opening bij mij in de zaak, hij is vaste klant. (…) In december 2017 kochten mijn man en ik een huis in [woonplaats1] . In diezelfde periode kocht [geïntimeerde] een bedrijfspand op de [adres] in [woonplaats1] . Zij kocht dit als investering, voor extra inkomsten en voor haar pensioen. [appellant] ging dit pand van haar huren. Ze hebben mij dit allebei verteld.” [naam6] heeft verklaard: “
Hierbij verklaar ik (…) dat ik zowel [geïntimeerde] als [appellant] ken. Ik ben vroeger timmerman geweest. [appellant] ken ik als timmerman. (…) Ik heb [appellant] een paar keer geholpen met opdrachten die hij voor klanten deed. (…) In de tijd dat [geïntimeerde] haar bedrijfspand kocht was ik ook bij hem aan het werk. Hij praatte toen volop over zijn plannen voor als hij het grotere pand van [geïntimeerde] zou huren.” [naam7] heeft verklaard: “
hij[ [appellant] ]
kwam regelmatig ook bij ons voor een borrel of koffiehalen. Dan vertelde hij ons nog wel eens wat. (…) Toen Mevr. [geïntimeerde] een bedrijf pand kocht kon hij dat huren daar het veel ruimer was. In goed vertrouwen heeft zij het aan hem verhuurd en veel te weinig berekend hij vertelde dat het € 700,- was, terwijl zo een pand minimaal ex. BTW was, € 1400,- is.” [naam8] en [naam7] hebben verklaard: “
Hij[hof: [appellant] ]
vertelde dat hij op dat moment ook de huur van het pand aan de [adres] niet aan haar kon betalen, maar zei daarbij dat “het wel goed kwam”.” [naam9] , van wie [geïntimeerde] de dochter is, heeft verklaard: “
In die tijd hoorde ik ook van [appellant] en [geïntimeerde] dat [geïntimeerde] van plan was een pand aan de [adres] in [woonplaats1] te kopen als investering en dat zij het dan aan [appellant] zou verhuren, zodat hij een grotere werkplaats zou hebben, waar hij zijn bedrijf wat zou kunnen uitbreiden.”.